Toezichthouder kondigt nieuwe regulering netten aan: gevolgen voor netgebruikers onduidelijk

Vandaag publiceert de ACM de ontwerpmethodebesluiten voor de regulering van de Nederlandse landelijke en regionale netbeheerders elektriciteit en gas voor de reguleringsperiode 2027-2031. Naast deze publicatie opent ook de publieke consultatie, die tot 2 november zal lopen. Met methodebesluiten stelt de ACM de wijze vast waarop de maximale inkomsten van de netbeheerders vastgesteld worden. De ACM stapt in de volgende reguleringsperiode af van de huidige methodiek van outputregulering en introduceert een systeem van inputregulering. Voorafgaand aan de publicatie van de ontwerpmethodebesluiten heeft de ACM een lang traject van klankbordgroepbijeenkomsten georganiseerd waarin VEMW als belanghebbende partij betrokken was. Tijdens deze klankbordgroepbijeenkomsten is meermaals door VEMW opgeroepen tot concretisering van deze nieuwe methodiek. Helaas is deze concretisering ook in de ontwerpmethodebesluiten niet voldoende zichtbaar.
Inputregulering
De nieuwe methode betekent een omslag van output- naar inputregulering. Bij outputregulering, die tot nu toe gehanteerd werd, wordt de toegestane omzet vooraf vastgesteld op basis van maatstafconcurrentie voor regionale netbeheerders en een internationale benchmark voor TenneT en GTS. Het accent ligt op de output van de netbeheerder, de geleverde transportdienst. De netbeheerder kan eventuele kostenvoordelen zelf houden en moest kostennadelen zelf betalen, wat sterke prikkels gaf tot kostenreductie. In de nieuwe inputregulering wordt de maximale toegestane omzet juist bepaald op basis van de door de netbeheerder gemaakte kosten en de mate waarin deze efficiënt zijn. Een flinke verandering voor de manier van werken van de ACM. Waar de ACM nu slechts de resultaten van de netbeheerders met elkaar moet vergelijken, zal ze in de toekomst moeten toetsen of de gemaakte kosten efficiënt zijn. De manier waarop de ACM dit aan wil pakken is door processen van de netbeheerders te monitoren. Denk hierbij aan risicomanagement, inkoop- en aanbestedingsprocessen. VEMW zet, net als in de eerdere bijeenkomsten, stevige vraagtekens bij de mogelijkheden van de ACM in de praktijk om deze voldoende diepgaand te toetsen en daarmee effectieve regulering te waarborgen.
Impact op tarieven
In de ontwerpmethodebesluiten worden een tweetal aanpassingen gedaan die direct impact hebben op de tarieven. Allereerst wordt er overgestapt van een reële WACC naar een nominale WACC voor de netbeheerders elektriciteit. Voor de netbeheerders gas blijft de nominale WACC bestaan. Bij de nominale WACC wordt inflatie meegerekend, bij de reële WACC niet. Bij eenzelfde rendement leidt de reële WACC dus tot lagere toegestane inkomsten, oftewel lagere tarieven. De overstap naar een nominale WACC voor netbeheerders elektriciteit zal de nettarieven dus laten stijgen. Dit effect wordt echter volgens de ontwerpmethodebesluiten gecompenseerd door het vervallen van de bouwrente voor TenneT. Door het vervallen van de bouwrente worden tijdens de bouwfase van nieuwe investeringen geen rentevergoedingen meer toegekend. Hierdoor worden de investeringen van TenneT pas in de tarieven meegenomen wanneer ze in gebruik genomen zijn. Voor alle andere netbeheerders was dit al het geval. Aangezien de tarieven van TenneT doorwerken in de tarieven van de regionale netbeheerders zal het dempende effect ook daar zichtbaar zijn.
De invloed van de nieuwe methode op de nettarieven blijft op dit moment nog onduidelijk. Omdat inputregulering de feitelijke, doelmatige kosten vergoedt, kunnen tarieven meebewegen met kostenniveaus, investeringen en financieringslasten. Het is dus moeilijk te zeggen wat de daadwerkelijke effecten van de bovengenoemde keuzes zal zijn. VEMW betreurt het dat de ACM deze invloed niet concreet gekwantificeerd heeft.
Stabiliteit cruciaal
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Vanuit VEMW twijfelen we aan de keuze om van output- naar inputregulering te stappen. In het onderzoek dat wij door experts van SiRM hebben laten uitvoeren, en vervolgens ook in het traject hebben ingediend, wordt duidelijk dat de huidige methode in essentie goed werkt, voor zekerheid zorgt en met wat kleine aanpassingen geoptimaliseerd kan worden. Met de overstap naar inputregulering legt de ACM zichzelf een enorme opgave op om processen van netbeheerders te toetsen en beoordelen. De vraag is of de ACM de mogelijkheden heeft om dit in de praktijk grondig te doen zonder op de stoel van de netbeheerder te gaan zitten.”
Grünfeld vervolgt: “Gedurende het gehele traject van klankbordgroepbijeenkomsten hebben we als VEMW gevraagd om duidelijkheid en concretisering van deze nieuwe reguleringsmethode. Voor afnemers staat de invloed van het ontwerpmethodebesluit op de nettarieven centraal, zeker nu deze voor zowel elektriciteit als gas een steeds groter onderdeel van de totale energiekosten uitmaken. Het is dan ook betreurenswaardig dat het de ACM niet is gelukt aan deze behoefte te voldoen. De onzekerheid die dit creëert is zowel voor de netbeheerders als voor de netgebruikers zeer onwenselijk in deze tijd van energietransitie. Juist nu is stabiliteit en zekerheid van cruciaal belang, zeker vanuit de Toezichthouder.”
Het SiRM rapport is te vinden in onze Kennisbank