Leveringszekerheid gas vergt realistische afweging risico's en kosten
VEMW roept GTS op om Europese beleidswijzigingen mee te nemen in definitief advies
In haar 'Overzicht Leveringszekerheid’ concludeert Gasunie Transportservices (GTS) voor de vijfjaarsperiode vanaf gasjaar 2026/2027 voor Nederland een positieve volumebalans en stelt dat er voldoende capaciteit beschikbaar is om gas in te voeden en te onttrekken. VEMW vraagt aandacht voor Europese ontwikkelingen en de betaalbaarheid van maatregelen om de gevolgen van een mogelijke gascrisis het hoofd te kunnen bieden.
Consultatie
GTS heeft de wettelijke taak om jaarlijks, vóór 15 september, een ‘Overzicht Leveringszekerheid van aardgas’ aan te bieden aan de minister van Klimaat en Groene Groei. Op het concept heeft VEMW een reactie ingediend.
GTS verwacht voldoende aanbod, maar signaleert kwetsbaarheden
Naast de positieve analyse omtrent het aanbod signaleert GTS risico’s, zeker als zich extreme situaties voordoen, zoals een langdurige uitval van een grote leveringsbron of een zeer koude winter onder bepaalde omstandigheden.
GTS adviseert de minister om de minimale vulgraad voor de vier Nederlandse seizoensbergingen voor 1 november 2026 vast te stellen op 115 TWh. Daarmee wordt invulling gegeven aan de leveringszekerheidseisen in scenario’s met een koud gasjaar. Tegelijkertijd wijst GTS op onzekerheden in het internationale speelveld: verstoringen in LNG-aanvoer, geopolitieke spanningen en toenemende afhankelijkheid van import. GTS noemt het verstandig om – maar dan wel in Europees verband - nader te verkennen of een gezamenlijke noodvoorraad nodig is.
VEMW vraagt GTS om Europees beleid mee te nemen in eindadvies
Lidstaten zijn nu nog verplicht een vulgraad van 90% in de gasopslagen te realiseren bij aanvang van het gasjaar. Inclusief flexibiliteitsopties resulteert dit voor Nederland in een vulgraadverplichting van 74%. De Europese Commissie was voornemens de verplichting te verlengen tot 2027. Met amendementen op de Europese Verordening heeft het Europees Parlement op 8 mei jl. voorgesteld om de vuldoelstelling te verlagen naar 83%, met additionele flexibiliteitsopties voor lidstaten.
“Onduidelijkheid en onzekerheid over een hoge vulverplichting kan ongewenste speculatie stimuleren en leiden tot hoge gasprijzen, zoals we zagen in 2022,” aldus Hans Grünfeld, algemeen directeur van VEMW. “Het is daarom van belang de markt de ruimte te geven om zo doelmatig mogelijk de gasopslagen te vullen om aan hun leveringsverplichtingen te voldoen. Hierbij is het essentieel voor GTS om de recente discussie in het Europees Parlement mee te nemen in haar overwegingen.”
Kosten en verantwoordelijkheden in balans brengen
Daarnaast maakt GTS een onderscheid tussen “leveringszekerheid” en “betaalbare leveringszekerheid”. In dat licht stelt GTS voor het aanbod te diversifiëren en een noodvoorraad aan te leggen. Deze noodvoorraad wordt in de Memorie van Toelichting uit het wetsvoorstel ‘bestrijding energieleveringscrisis’ op 5 TWh gesteld. GTS stelt een noodvoorraad voor met een omvang van meer dan een factor tien groter. Dimensionering moet plaatsvinden in (Noordwest) Europees verband, omdat de effecten van een calamiteit zich uitstrekken tot over de landsgrenzen van Nederland en vice versa en omdat niet elke lidstaat de mogelijkheid heeft om een noodvoorraad aan te leggen. Deze (Noordwest-)Europese aanpak geeft de mogelijkheid om met minimale middelen een maximaal effect te bereiken kosten naar evenredigheid te delen tussen lidstaten.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Wij vinden het verstandig om robuust beleid te voeren voor leveringszekerheid, maar dan wel met oog voor de effectiviteit, én de kosten. Niet alle risico’s kunnen of hoeven via nationale buffers afgedekt te worden. Sommige risico’s horen bij marktwerking en kunnen ook door individuele partijen worden beheersd. Voor andere, systeemoverstijgende risico’s is samenwerking op Noordwest-Europees niveau essentieel.”