Terug naar nieuws

Demissionair kabinet ziet geen noodzaak voor publiek netbeheer CCS

Voorbarige conclusies kabinet verzwakken onderhandelingspositie CCS-afnemers

Elektriciteit Gassen Klimaat Beleid en toezicht, Markt5 oktober 2023Matthieu van den Beld

Op woensdag 4 oktober publiceerden demissionair minister voor Klimaat en Energie Jetten en demissionair staatssecretaris van mijnbouw Vijlbrief een brief over de toekomstige marktontwikkeling van CO2-transport en opslag (CCS). Boodschap: een publieke netbeheerder voor de CO2-infrastructuur is niet nodig aangezien er voldoende stimulansen zijn en marktpartijen voldoende bereid zijn CCS-projecten te initiëren en realiseren. Wel ziet het kabinet een rol voor zichzelf op de lange termijn.

Publiek netbeheer

Het kabinet geeft in de brief verschillende redenen waarom een publieke netbeheerder niet nodig zou zijn. De overheid biedt voldoende stimulansen om marktontwikkeling te ondersteunen waaronder SDE++-subsidies en het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Daarnaast zijn verschillende staatsdeelnemingen, waaronder Energie Beheer Nederland (EBN) en Gasunie, betrokken bij CCS-projecten, waarin zij een marktrol vervullen. Zolang de samenwerking tussen betrokken partijen goed blijft, de prijsvorming efficiënt gebeurt en projecten geen vertraging oplopen is het kabinet “voorstander van deze publiek-private samenwerking.”

Het kabinet benadrukt ook het verschil tussen enerzijds de gas- en elektriciteitsmarkt en anderzijds de CO2-markt. Waar bij gas en elektriciteit een grote ongelijkheid heerst, bijvoorbeeld tussen huishoudens en grote aanbieders, is de CO2-markt veel gelijkwaardiger en overzichtelijker, met afspraken tussen een beperkt aantal grote, gelijkwaardigere partijen. Gereguleerde consumentenbescherming is om deze reden volgens het kabinet niet noodzakelijk.

Lange termijn rol

Wel ziet het kabinet een rol voor zichzelf weggelegd op de lange termijn. Wanneer opslagen gevuld en gesloten zijn zullen de eigenaren van deze opslagen nog 20 jaar verantwoordelijk blijven, waarna, indien er geen incidenten hebben plaatsgevonden, de vergunning wordt ingetrokken. Het beheer van de opslaglocaties zal dan in handen van de staat komen.

Hans Grünfeld, algemeen directeur van VEMW: “CCS is van groot belang om doeltreffend én doelmatig de klimaatdoelen te halen. Door de huidige problematiek rondom elektrificatie door ontbrekende infrastructuur en de daardoor veroorzaakte netcongestie, is CCS voor sommige bedrijven de enige mogelijkheid om een significante bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelen te leveren. Hierbij hebben CO2-aanbieders een zwakke onderhandelingspositie ten opzichte van CO2-transport- en opslagbedrijven. Immers, er is sprake van een zeer beperkt aanbod voor CCS-projecten. Dit vereist, net als bij elektriciteit en aardgas, een wettelijke bescherming van klanten. De conclusie van het kabinet dat de markt zich sterk ontwikkelt en dat de rol van de overheid beperkt moet blijven tot ‘coördinatie op de vergunningverlening, subsidiëring van de onrendabele top, ruimte geven aan staatsdeelnemingen en incidenteel verstrekken van een garantieregeling’ is dan ook op z’n minst voorbarig.”