Terug naar nieuws

Regionale Energie Strategieën bieden kansen voor doelmatige realisatie Klimaatakkoord

Participatie zakelijke energiegebruikers kan bedreigingen omzetten in kansen

Klimaat Beleid en toezicht17 juni 2020Thessa de Ridder

Bijna alle 30 energieregio’s in Nederland hebben inmiddels een ontwerp Regionale Energie Strategie (RES) opgesteld. In zo’n RES beschrijft een regio haar eigen keuzes op het gebied van duurzame opwekking van elektriciteit en warmte en de ruimtelijke impact daarvan. Hèt moment om als zakelijke energiegebruiker mogelijke bedreigingen om te zetten in kansen en deze te benutten, zoals het stimuleren van aanbod van groene energie, het uitkoppelen van restwarmte en het creëren van draagvlak bij regionale bestuurders en burgers. Dat was de kernboodschap van een webinar georganiseerd door RHDHV en VEMW

Regionale Energie Strategie
Een belangrijke rol bij de uitvoering van het nationale Klimaatakkoord 2020-2030 is belegd bij de lagere overheden (provincies, gemeenten, waterschappen) en de netbeheerders. Door participatie en samenwerking kunnen overheden burgers en bedrijven betrekken bij de RES. De RESsen hebben een focus op verduurzaming van de gebouwde omgeving, regionale inpassing van hernieuwbare energie zoals wind en zon-PV, WKO en geothermie en warmte-uitkoppeling met de industrie. De RESsen worden gecoördineerd door het Nationale Programma RES.

Participatie
Een betrokkenheid van de energiegebruikers biedt oplossingen voor een doelmatig energiegebruik en een lokale afzet van regionaal opgewekte energie. Dat leidt ook tot een doelmatig gebruik van de benodigde infrastructuur voor elektriciteit, groen gas, waterstof en warmte en een optimalisatie van de benodigde investeringen in nieuwe infrastructuur. Nu de meeste ontwerp RESsen zijn ingediend is hèt moment aangebroken voor de zakelijke energiegebruikers in de gebouwde omgeving (ziekenhuizen, banken, kantoren), de industrie en de mobiliteit om aan te haken bij de plannen en de eigen behoefte aan duurzame energie en warmte-uitkoppeling doeltreffend en doelmatig in te vullen. Participatie van bedrijven is daarnaast ook cruciaal om bedreigingen die op de loer liggen te bestrijden. Zo kunnen misvattingen over industriële warmte-uitkoppeling ertoe leiden dat de industrie wordt gezien als warmte-verspiller en zijn maatregelen gericht op de reductie van warmtelozing denkbaar. Ten aanzien van elektrificatie is de beschikbaarheid van infrastructuur een belangrijke randvoorwaarde. Als bedrijven hun infrastructurele behoeften niet in kaart brengen, kan dit leiden tot onrendabele investeringen, maar ook tot ondoelmatige infrastructuurontwikkeling door gebrek aan afstemming en inefficiënte planning. Uit de presentaties van VEMW en RHDHV werd duidelijk dat er kansen liggen, maar dat tegenover elke kans ook wel een bedreiging schuilt, of het nu gaat om participatie, de tijdige beschikbaarheid van de benodigde infrastructuur, productie en opslag van energiedragers of het ruimtebeslag.

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “wij zien juist in de regionale inbedding van de uitvoering van het Klimaatakkoord een belangrijke kans om de emissiereductie te reduceren. Door actieve deelname en samenwerking tussen partijen kunnen kansen beter benut worden en impasses worden doorbroken. Zo zien overheden veel emissiereductiepotentie in de uitkoppeling van restwarmte, maar de industrie ziet een mismatch tussen aanbod en vraag, een onvoldoende afgestemd stimuleringsinstrumentarium, een gebrek aan infrastructuur en de bereidheid van overheden om daarin te investeren, en een gebrek aan maatwerk. De ontwerp RESsen bieden wat ons betreft als startpunt een kans om een groter potentieel te benutten dan tot nu toe gebeurt. Dat vraagt wel wat van alle partijen: van het Rijk nationale sturing, van de gemeenten en provincies om de industrie mee te nemen, en tot slot de industrie om actief te participeren.”