SDE++-subsidie en toekomstig beleid: versterking stimulering elektrificatie en CCS noodzakelijk
De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) is een belangrijke motor achter de verduurzaming van de industrie. De regeling dekt de onrendabele top (ORT) van projecten voor de productie van hernieuwbare energie en de reductie van CO₂-uitstoot. Er loopt momenteel een onderzoekstraject naar mogelijke aanpassingen van de subsidieregeling, zodat deze beter aansluit op de uitdagingen van de energietransitie, zoals perioden met negatieve elektriciteitsprijzen. Uit de verkenning blijkt dat vooral de stimulering van elektrificatie verbeterd moet worden, vergelijkbaar met hoe CCS wordt ondersteund.
Elektrificatie
Binnen de SDE++ zijn verschillende categorieën opgenomen voor elektrificatietechnologieën, zoals procesgeïntegreerde warmtepompen, hoogtemperatuur-opslag en een categorie die de hogere operationele kosten van bestaande elektrische boilers compenseert. Een belangrijk knelpunt voor elektrificatieprojecten is echter de grote onzekerheid rondom elektriciteitskosten (zowel groothandelsprijzen als nettarieven). Daardoor worden projecten soms niet gerealiseerd of worden gerealiseerde installaties minder benut dan gepland.
De subsidie werkt met een vooraf vastgesteld bedrag dat niet meebeweegt met onverwachte kostenstijgingen. Daarom wordt voorgesteld te onderzoeken of de subsidie gecorrigeerd kan worden op basis van wijzigingen in de nettarieven. Voordat dit kan worden ingevoerd, moeten de uitvoerbaarheid, de budgettaire gevolgen en de impact op netcongestie zorgvuldig in kaart worden gebracht.
Ook contracts for difference (CfD’s) voor industriële afnemers worden genoemd als optie om de investeringszekerheid voor elektrificatie te vergroten. CfD’s beperken de impact van onvoorspelbare elektriciteitskosten en bieden tegelijk zekerheid aan producenten dat er vraag blijft naar opgewekte elektriciteit. De mogelijke inzet van dit instrument moet goed worden afgestemd op de SDE++ en andere beleidsinstrumenten, zodat de risicoverdeling tussen overheid en bedrijven in balans is.
CCS
Koolstofafvang en -opslag (CCS) wordt gezien als een kosteneffectieve manier om CO₂-reductie te realiseren. Omdat de CCS-markt nog in ontwikkeling is, is het een uitdaging om de SDE++ zo vorm te geven dat CCS wordt gestimuleerd zonder risico op overstimulering. Naarmate het ETS-plafond daalt, zullen ETS-prijzen stijgen, waardoor er mogelijk geen onrendabele top meer bestaat voor CCS. Dat kan ertoe leiden dat projecten die SDE++ ontvangen uiteindelijk meer subsidie krijgen dan nodig is.
Daarom is gekeken naar een meerjarig verrekenmechanisme, waarbij jaren met lage marktprijzen verrekend worden met jaren met hoge marktprijzen. De inzet van zo’n mechanisme is echter alleen zinvol als er daadwerkelijk risico op overstimulering bestaat. Momenteel is dat niet het geval, doordat er nog veel onzekerheid is over investeringsbesluiten en over de beschikbaarheid van transport- en opslagcapaciteit voor CO₂. Het demissionaire kabinet kiest er daarom voor dit mechanisme nu niet in te voeren, maar het opnieuw te overwegen zodra CCS-projecten verder zijn uitgewerkt.
Perspectief
Hans Grünfeld, algemeen directeur VEMW: “Het actualiseren van de SDE++ is van groot belang, om de industrie in staat te stellen substantiële CO₂-reducties te realiseren. Het voorstel om de subsidie aan te passen aan veranderingen in de elektriciteitsnettarieven is een positieve ontwikkeling. Dit is een cruciale voorwaarde voor bedrijven om een definitieve investeringsbeslissing (FID) te nemen en significante CO₂-reducties te behalen. In combinatie met de ontwikkeling van CfD’s voor afnemers kan dit de effectiviteit van de regeling substantieel vergroten.
Wat betreft het verrekenmechanisme voor CCS onderschrijven wij het standpunt van het demissionaire kabinet dat het te vroeg is om een dergelijke maatregel in te voeren zolang er nog geen volwaardige CCS-markt bestaat. De prioriteit moet liggen bij het creëren van een positieve businesscase voor CCS, het bieden van flexibiliteit in de SDE++ met een passend basisbedrag, en het zorgvuldig toedelen van infrastructuurrisico’s aan de verschillende partijen. Zo kan Nederland een voortrekkersrol pakken in de ontwikkeling van een CCS-markt.”
De brief van de ministerie van KGG vindt u hier in onze kennisbank.