Stijging gastransporttarieven zet onverminderd door
Tarievenvoorstel GTS 2026 laat stijging van bijna 50 procent zien
De stijging van de gastransporttarieven voor gebruik van het landelijk gastransportnet zet fors door in 2026. Na een netto stijging van zo’n 20 procent in 2025 volgt nu een stijging van 48 procent voor de gasgrootverbruikers. Belangrijkste redenen: een reductie van de verwachte rekenvolumina, kosten voor de nieuwe stikstoffabriek en gestegen elektriciteitskosten.
Harde klap
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “de nieuwe, forse tariefstijging is een harde klap voor bedrijven en instellingen in ons land. Aan veel kostenposten is niet zo heel veel te doen, zoals de afgesproken kapitaalslastenvergoeding, de energiekosten en de teruglopende capaciteitsboekingen. Maar de kostenontwikkeling is óók een gevolg van politieke keuzes m.b.t. de sluiting van het Groningenveld. Laagcalorisch gas moet nu kunstmatig gemaakt worden uit hoogcalorisch gas uit Noorwegen en vloeibaar aardgas (LNG). Zo’n 20-25 procent van de kostenstijging is hieraan toe te rekenen. De rekening wordt bij alle verbruikers gelegd, ook bij industriële bedrijven die geen laag- maar hoogcalorisch gas gebruiken. In lijn met de uitkomsten van het IBO-beleidsonderzoek van vorige week is de politiek ook hier aan zet om de energiekostenstijgingen en het ongelijke speelveld aan te pakken.”
Toegestane omzet en tarieven
Toezichthouder ACM stelt de toegestane kosten voor de landelijk netbeheerder GTS vast op basis van een zogenaamd Methodebesluit. GTS legt hiertoe een tarievenvoorstel voor aan ACM, waarbij die tarieven op grond van de Tarievencode de toegestane kosten moeten dekken. Voor 2026 heeft GTS uitgerekend dat de toegestane omzet uitkomt op 1.393 miljoen euro (1,3 mrd €). De tarieven voor invoeding van pijpleidingengas en LNG komen uit op 5,623 euro per kWh per uur per jaar (€///). De exittarieven voor gasverbruik in Nederland en de export in 2026 bedragen 4,823 €///. Dat is 48 procent hoger dan in 2025, waar de tarieven in 2024 netto al met 20 procent waren gestegen.
Rekenvolumina
GTS verwacht dat de transportcapaciteit die zij in 2026 gaat verkopen terug gaat lopen met 12 procent. Belangrijkste factor is het aflopen van lange termijncontracten voor de export van laagcalorisch gas (‘Groningengas’) naar Duitsland en België. Ook voor gasopslagen loopt een aantal contracten af. Daarnaast zijn we in Nederland een kwart minder gas gaan gebruiken sinds de gascrisis in 2022: huishoudens hebben de thermometer teruggedraaid en geïnvesteerd in warmtepompen, waar de industrie lijdt onder het economische tij. Shippers en leveranciers hebben door deze ontwikkelingen minder capaciteit nodig, door enerzijds een optimalisatie van hun portfolio (meer korte termijn contracten) en anderzijds door het afnemend gasverbruik.
Conversie
Een gevolg van het sluiten van het Groningenveld moet – om de gasmarkt te kunnen bedienen – laagcalorisch Groningengas geproduceerd worden door hoogcalorisch gas te ‘verdunnen’ met inert stikstof. Daarvoor is vorig jaar een nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek operationeel geworden. De kosten daarvoor, worden pas in 2026 goed zichtbaar (120-140 miljoen euro in 2026).
Elektriciteitskosten
GTS gebruikt veel energie – elektriciteit – voor de compressie van het aardgas om het te kunnen transporteren naar binnenlandse gasverbruikers en de export naar de ons omringende landen. In de methode om de doelmatige kosten vast te stellen, wordt het ijkpunt bepaald door de elektriciteitskosten in drie opeenvolgende jaren in het verleden. Dat zijn voor 2026 jaren net voor de energiecrisis, waardoor de hoge elektriciteitskosten van de crisisjaren nu zwaarder door gaat wegen. Het feit dat de elektriciteitsprijzen nu weer lager zijn doet daar dus – nu – niks aan af.
Zienswijze
Belanghebbenden kunnen tot 9 april 2025 een zienswijze geven op het tarievenvoorstel. ACM zal deze zienswijzen, met het tarievenvoorstel, meenemen in haar overwegingen om te komen tot vaststelling van de tarieven in een besluit.