Terug naar nieuws

Kabinet vult noodmaatregelen bij dreiging fysiek gastekort in

VEMW blij met meenemen keteneffecten en risico's op maatschappelijke ontwrichting

Gassen Levering11 april 2023Jacques van de Worp

Het kabinet heeft de maatregelen die Nederland kan nemen bij een ernstige gascrisis verder uitgewerkt. Het gaat om de noodmaatregelen die horen bij het hoogste niveau van het Bescherm- en Herstelplan Gas (BHG). De uitwerking bestaat uit een voorbereiding van een vrijwillige besparingstender en een verplicht afschakelplan voor bedrijven en andere grote gasafnemers als uiterste maatregel bij dreiging van een fysiek gastekort.

Bescherm- en Herstelplan Gas

In het Bescherm- en Herstelplan Gas (BHG) zijn maatregelen opgenomen voor situaties waarbij de leveringszekerheid van gas fysiek onverhoopt onvoldoende dreigt te worden om aan de vraag in Nederland te voldoen. Doel van het BHG is om acute tekorten op te vangen zodat het gassysteem blijft functioneren. Het plan is erop gericht dat gasleveringen aan huishoudens, ziekenhuizen en andere beschermde afnemers ('vitale sectoren') zo lang mogelijk doorgaan. De overheid heeft in juni 2022 het eerste niveau van het BHG afgekondigd (‘vroegtijdige waarschuwing’), omdat Rusland minder gas leverde aan Europa. Omdat de gasopslagen relatief goed gevuld zijn, de importcapaciteit voor vloeibaar gas (LNG) fors is uitgebreid en huishoudens en bedrijven veel minder gas gebruiken, verwacht de overheid niet dat het op korte termijn nodig is om naar het tweede niveau (‘alarmsituatie’) of zelfs het derde niveau ('noodsituatie') van het BHG over te gaan. De nu aangekondigde verdere invulling van het BHG betreft de stappen 3 (economisch: inroepen besparingstender 'minder afname') en 7 (juridisch/technisch: niet-beschermde afnemers afschakelen) van de maatregelenladder.

Tender

Met de besparingstender 'minder afname' worden bedrijven via een prijsprikkel gestimuleerd om vrijwillig minder gas te gebruiken wanneer er een tekort dreigt te ontstaan. Het doel van de regeling is om zo’n 3 mln m3 gas per dag te besparen als de regeling ingezet wordt. Bedrijven kunnen in niveau 2 ('alarmsituatie') van het BHG aangeven tegen welke vergoeding zij een bepaalde hoeveelheid gas kunnen besparen. Door middel van een veilingsysteem (tender) komen bedrijven die een kleinere vergoeding per m3 gas vragen eerder aan bod. In niveau 3 (‘noodsituatie’) wordt de regeling daadwerkelijk van kracht en zullen de deelnemende bedrijven de gasafname met de toegezegde hoeveelheid moeten verminderen. De regeling is in verband met de staatssteunkaders nog onder voorbehoud van goedkeuring door de Europese Commissie.

Afschakeling

Het verplicht afschakelen van niet-beschermde afnemers is een zeer ingrijpende maatregel die pas in beeld komt als - ondanks eerdere maatregelen uit het BHG - een fysiek tekort dreigt voor huishoudens en andere beschermde afnemers. Op basis van vervolgonderzoek naar keteneffecten en mogelijke maatschappelijke en economische ontwrichting door het verplicht afschakelen, komt het kabinet tot een afschakelstrategie in 4 stappen.

De eerste stap is de ‘kaasschaafmethode’: alle niet-beschermde afnemers moeten hun gasverbruik met 20 procent verminderen ten opzichte van het verbruik op 1 januari 2022 (peildatum van vóór de inval in Oekraïne). Uit onderzoek blijkt volgens het kabinet dat de maatschappelijke en economische gevolgen van deze vermindering relatief beperkt zijn. Afnemers die het verbruik al met 20 procent of meer hebben verlaagd hoeven deze stap niet nogmaals te nemen. Bij de tweede stap wordt een deel van de grootverbruikers binnen een sector (specifieke locaties) afgeschakeld. Daarmee valt de productie van een sector niet direct volledig weg. Het gaat daarbij om afschakelen tot het minimale niveau dat nodig is om veiligheids- en milieurisico’s en/of disproportionele schade aan installaties te voorkomen. Hierbij wordt uitgegaan van een extra 10 procent van het normale verbruik. De voorbereiding van deze stap wordt de komende tijd verder uitgewerkt. Mocht het afschakelplan op korte termijn worden ingezet dan wordt deze stap voorlopig overgeslagen. Bij de derde stap worden alle grootverbruikers binnen geselecteerde sectoren tot een minimaal niveau afgeschakeld, in volgorde van oplopende maatschappelijke impact. Bij de vierde stap worden de resterende niet-beschermde afnemers afgeschakeld tot minimaal niveau. Als het gastekort overigens bij stap 1 is opgevangen, hoeven de overige stappen mogelijk niet te worden genomen. Stap 1 en 4 zien toe op alle niet-beschermde afnemers (zo'n 250.000), stap 2 en 3 alleen op grootverbruikers (zo’n 9.000).

Verstandig

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: "een verplichte afschakeling is een paardenmiddel dat altijd tot maatschappelijke ontwrichtingen zal leiden. Wij vinden het verstandig dat het kabinet meegaat in onze oproep om vóór die afschakeling een vrijwillige tender in te zetten zodat partijen die beschikken over de mogelijkheden, op een doelmatige manier hun gasafname kunnen reduceren. Dat betekent sowieso een uitstel en mogelijk ook afstel van een verplichte afschakeling. Overigens zal deze tender zich nog moeten bewijzen, maar het lijkt een werkbaar instrument."

Grünfeld vervolgt: "wij zijn blij dat bij de eerste stap van het verplichte afschakelproces, de kaasschaaf van 20 procent reductie, 1 januari 2022 als peildatum is genomen. Het kabinet houdt daarmee rekening met bedrijven die hun gasverbruik op economische grondslag al hebben gereduceerd, en gaan ze daar niet ook nog eens voor straffen. Belangrijk is voorts dat het kabinet voorstelt om een groep 'semi-kritieke' bedrijven te definiëren die pas in afschakelingsstap vier aan bod komt. Bijvoorbeeld door naast de gascentrales ook de warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) pas als laatste gasafname reductiemiddel in te zetten en zo de elektriciteitsvoorziening zolang mogelijk te borgen. Dat laat zien dat het kabinet “keteneffecten”, zoals ook chemische producten (bijvoorbeeld natronloog) die cruciaal zijn voor de voedingsmiddelenproductie, serieus meeneemt."