Terug naar nieuws

Onderhandelingsakkoord aanscherping toetredingsregels EU gasmarkt

Aanleiding: aanleg van Nord Stream 2 tussen Rusland en Duitsland

Gassen Netwerken, Markt14 februari 2019Karin Burghouwt

In een zogenaamde trialoog tussen de Europese Commissie, Parlement en Raad is een onderhandelingsakkoord bereikt over de herziening van de Europese Gasrichtlijn. Hierin worden extra eisen gesteld aan de upstream gastransportinfrastructuur, die partijen van buiten de Europese Unie toegang biedt tot de Europese gasmarkt. Deze partijen moeten aan dezelfde regels gaan voldoen die al gelden binnen de Europese gasmarkt. Aanleiding voor de herziening is de aanleg van de Nord Stream 2 pijpleiding tussen Rusland en Duitsland. Het akkoord moet formeel nog worden bezegeld. De verwachting is dat dit 4 maart gebeurt tijdens de Energieraad.

Nord Stream 2
In 2011 is de Nord Stream gaspijpleiding opengesteld, die door de Oostzee loopt van Rusland naar Duitsland. De leiding heeft een capaciteit van 55 mrd m3 (bcm), ruim 10 procent van de Europese aardgasvraag (rond de 430 bcm). Die gasvraag wordt voor driekwart gedekt uit import, waarbij Rusland de grootste importeur is (42%), gevolgd door Noorwegen (34%), Algerije (10%) en LNG (14%). Het Russische staatsbedrijf Gazprom wil de capaciteit op het Oostzee-traject verdubbelen door aanleg van een nieuwe leiding van 55 bcm, Nord Stream 2. Investering: 9 mrd euro, op te brengen door Gazprom en 5 Europese energiebedrijven (E.ON, BASF/Wintershall, OMV, Engie en Shell). In december was 370 van de 1.200 kilometer van de pijpleiding aangelegd, en in november 2019 moet de pijp in gebruik genomen worden. Duitsland versterkt met Nord Stream 2 haar belang als knooppunt voor de distributie van aardgas in Noordwest-Europa. Bij volledige capaciteitsbenutting kan Duitsland in 70 procent van haar totale gasbehoefte voorzien door Nord Stream.

Herziening Gasrichtlijn
De Europese Commissie ziet de uitbreiding van de Nord Stream gastransportleiding niet als een bijdrage aan de werking van de Europese gasmarkt en de voorzieningszekerheid. Nord Stream 2 zorgt voor extra gastransportcapaciteit dat louter bestaande capaciteit – zoals die door Oekraïne – verdringt. De nieuwe capaciteit lost geen infrastructureel knelpunt op. Het project voldoet volgens de Commissie niet aan de doelstellingen van de interne markt en de Europese gasreguleringsregels. Zo is het aantal leveranciers met toegang tot de pijp beperkt en vormt het project geen bijdrage aan de diversificatie van het gasaanbod. Een verdere diversificatie van het gasaanbod - aanvoer van gas uit andere landen zoals Iran en Azerbeidzjan via de Zuid-Europese corridor – wordt zelfs onzekerder. Reden voor de Commissie om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de regels aan te scherpen. Die aanscherping lijkt het nu gevonden te hebben in het van toepassing verklaren van de regels die al gelden binnen de EU, op de verbindingen met derde, niet-EU landen. De belangrijkste eisen gelden de splitsing van eigendom enerzijds en productie, handel en levering anderzijds (ontbundeling). Om tot een overeenkomst te kunnen komen in de trialoog tussen de Commissie, het Parlement en de Raad is afgesproken dat de lidstaat waar de gastransportleiding ‘aanlandt’ (Duitsland in geval van Nord Stream) verantwoordelijk gesteld wordt voor de naleving van de Europese Gasrichtlijn. De Europese Commissie blijft wel de uiteindelijke beslissingsbevoegde instantie.

Geopolitiek
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “in Noordwest-Europa is de afgelopen 10 jaar een goed functionerende, liquide gasmarkt ontstaan, na vaststelling van het derde reguleringspakket met eisen aan onder meer de ontbundeling, toegang tot de infrastructuur, regulering van de tarieven, capaciteitstoedeling, balancering, en vergroting van de transparantie. Dat het pakket niet in de gehele Unie geleid heeft tot een liquide markt, heeft niet zozeer te maken met die regels, maar naast infrastructurele knelpunten, met het niet of onvoldoende toepassen van de regels, met name in Centraal- en Oost-Europa. Het aanlanden van gas van buiten de Unie, waaronder Russisch gas, is sterk onderhevig aan geopolitiek. Vanuit de vrees voor een te grote afhankelijkheid van Rusland voor hun aardgasbehoefte zien verschillende Europese landen, waaronder de Baltische Staten en Polen, alsmede de Verenigde Staten in Nord Stream 2 een nieuw veiligheidsrisico. Centraal-Europese landen zijn nu al voor een- tot tweederde van hun gasvoorziening afhankelijk van Russisch gas, de Baltische Staten, Finland en Zweden zelfs (bijna) geheel. In dat geopolitieke spel komt de Commissie nu met een aanscherping van de toetredingsregels, met als compromis dat de Duitsers verantwoordelijk worden voor naleving van die regels op Nord Stream 2, waarbij de Commissie de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid heeft.”