Tijdens het KVGN-rondetafelgesprek over de rol van aardgas in het toekomstige energiesysteem gaf VEMW algemeen directeur Hans Grünfeld met een keynote als aftrap voor de discussie. Hij ging daarbij in gesprek met Annie Krist (CEO GasTerra), Emiel van Druten (scenario-ontwikkelaar energiesysteem bij TenneT), en Peter Wood (Chief Energy Advisor bij Shell). Grünfeld besprak twee verschillende hoofdvisies op de toekomstige rol van gas: het gebruik van aardgas als transitiebrandstof en het uitfaseren ervan uit het energiesysteem. Met als doel: het identificeren van de belangrijkste onzekerheden die de toekomstige rol van aardgas beïnvloeden, zoals de vraag vanuit de industrie in Nederland en West-Europa.
Perspectieven
De rol van aardgas in de toekomst kan vanuit verschillende invalshoeken worden bekeken. Eén perspectief is het gebruik van aardgas als transitiebrandstof, ook wel omschreven als “maximalisatie van de waarde van aardgas”. Gezien het klimaatbeleid dat gericht is op emissiereductie en de groeiende energievraag, biedt aardgas lagere emissies dan andere fossiele brandstoffen en een hoge energiedichtheid. Bovendien is er al een goed ontwikkelde infrastructuur aanwezig om aan de energievraag te voldoen.
Een ander perspectief is het zo snel mogelijk vervangen van aardgas, waarbij het geen rol meer speelt in het energiesysteem. Mogelijke alternatieven zijn biomethaan, waterstof, elektriciteit en directe toepassing van warmte. Deze energiedragers kennen echter uitdagingen: onvoldoende productiecapaciteit voor biogas, hoge kosten en beperkte infrastructuur voor waterstof, netcongestie bij elektriciteit en een moeizame start van de warmtetransitie.
Onzekerheden
Welke van de geschetste perspectieven werkelijkheid wordt, is onzeker. Enkele belangrijke onzekerheden zijn:
- De rol van Nederland als gas-hub: blijft er vraag naar aardgas binnen en buiten Nederland?
- De vraag vanuit de industrie, die verantwoordelijk is voor een derde van het aardgasverbruik: blijft deze industrie bestaan?
- Het aanbod van alternatieven voor aardgas, waarvan veel nog niet van de grond zijn gekomen.
- De rol van gascentrales in het toekomstige systeem.
- Het tempo waarin substitutie van gas in de gebouwde omgeving plaatsvindt.
Toekomstvisie
Een rode draad in de discussie was dat aardgas in de toekomst waarschijnlijk een beperkte maar strategische rol zal behouden – met name als back-up en voor de stabiliteit van het elektriciteitssysteem. Annie Krist (GasTerra) benadrukte dat aardgas in deze overgangsperiode een nuttige transitiebrandstof kan zijn, mits het uit Nederlandse bronnen komt. Tegelijkertijd stelde zij dat het gebruik op de langere termijn zo veel mogelijk moet worden teruggedrongen. Daarbij uitte ze wel de zorg dat de kosten van de infrastructuur over minder verbruik leiden tot nog hogere tarieven. Daar sloot Emiel van Druten (TenneT) op aan door te wijzen op een dalende vraag naar energie wanneer Nederland minder energie-intensieve productie behoudt en meer halffabricaten importeert. Volgens hem speelt waterstofelektrolyse in Nederland vooralsnog nauwelijks een rol, waardoor aardgas voorlopig onmisbaar blijft. Peter Wood (Shell) legde de nadruk juist op de toekomstige vervanger van aardgas: waterstof. Hij ziet waterstofproductie als een cruciale pijler in de energietransitie, al blijven de prijsontwikkelingen en opschaling tot nu toe achter bij de verwachtingen.
Efficiëntie
Hans Grünfeld, algemeen directeur VEMW: “Het is onzeker wat de rol van aardgas zal zijn in het toekomstige energiesysteem. De twee besproken perspectieven laten zien dat de uitkomst beïnvloed wordt door onzekerheden. De ontwikkeling van een consistente visie en uitvoering van energie- en klimaatbeleid kan richting geven aan een zo efficiënt mogelijke invulling van de rol van aardgas. Maar het idee dat we volledig energie-onafhankelijk kunnen worden door aardgas uit te faseren en de industrie te verkleinen, is een illusie. In dat scenario ontstaat juist een dubbele afhankelijkheid: van energie én van producten die we dan uit het buitenland moeten importeren. Bovendien kan aardgas als back-up voor bijvoorbeeld wind en zon uiterst nuttig zijn. Dat leidt wel tot een inefficiënt gassysteem en dus hogere kosten, wat de betaalbaarheid onder druk zet en de concurrentiekracht van de Nederlandse industrie schaadt. Het is van groot belang dat ons energiesysteem zo efficiënt mogelijk functioneert, zodat Nederlandse bedrijven hun positie kunnen behouden en ons verdienvermogen wordt gewaarborgd.”
Uitnodiging Webinar
Wil je meer weten over de vraag, het verbruik en de voorziening in de veranderende gasmarkt? Meld je aan voor ons webinar op 25 september om 10:00 uur, met bijdragen van:
- Lucia van Geuns – Strategisch Adviseur Energie en Grondstoffen, HCSS
- Bart Jan Hoevers – CEO Gasunie Transport Services