Terug naar nieuws

Strengere eisen in aanloop naar mogelijk Europees 2040-doel

Negatieve emissies als mogelijke verplichting voor bedrijven op tafel

Beleid en toezicht19 september 2025Ivonne Servin Balderas

Om de voorgestelde Europese klimaatdoelstelling van 90% emissiereductie in 2040 te behalen, ziet de Europese Commissie (EC) permanente koolstofverwijderingen (Carbon Dioxide Removal, CDR) als cruciaal. Daarom werkt de EC aan voorstellen om CDR te integreren in het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). Nederland en een aantal andere lidstaten pleiten ervoor dat bedrijven verplicht worden een bepaald aandeel CO₂-verwijderingen aan te kopen binnen het EU ETS.

Doelstelling

Volgens de EC is er jaarlijks tot 75 Mton CO₂-verwijdering nodig om de resterende emissies te compenseren en zo het voorgestelde 2040-doel te halen. In Nederland is in de Routekaart Koolstofverwijdering (maart 2025) een ambitie opgenomen van 20–25 Mton per jaar in de periode 2040–2050. In de Miljoenennota 2026 is bovendien 50 miljoen euro gereserveerd voor de periode 2026–2030 om deze ontwikkeling te stimuleren.

Beleid

Omdat koolstofverwijdering op grote schaal moet worden ingezet en er nog geen passend beleid voorhanden is, onderzoekt de EC momenteel hoe dit het best kan worden vormgegeven. Nederland heeft, naast de eerder gepresenteerde Routekaart Koolstofverwijdering, in maart 2025 een eigen non-paper aan de EC aangeboden. Daarin werd een groeipad in drie fasen voorgesteld voor de integratie van CO₂-verwijderingen in het EU ETS: 1) opbrengsten uit het EU ETS worden ingezet om een markt voor koolstofverwijdering te creëren, 2) wanneer bepaalde technologieën verder zijn ontwikkeld, moeten beleidsinstrumenten zorgen voor toepassing en opschaling van de meest kostenefficiënte technieken, 3) wanneer  verschillende technologieën volwassen zijn en bestaande regelgevende belemmeringen zijn weggenomen.

In mei 2025 werd een gezamenlijk non-paper naar de Commissie gestuurd, dat nu voor het eerst openbaar wordt gemaakt in de Kamerbrief van september 2025 over de informele bijeenkomst van Europese milieu- en klimaatministers in juli. Daarin wordt gepleit voor:

  • een plafond op het aantal koolstofverwijdering rechten,
  • een verplicht quotum voor de industrie,
  • en inzet van ETS-opbrengsten om de ontwikkeling van CO₂-verwijdering financieel te ondersteunen.

Verplichtingen

Voor bedrijven kan dit nieuwe verplichtingen en daarmee extra kosten betekenen, bovenop de reeds bestaande ETS-verplichtingen. Hoe groot die gevolgenprecies wordt, hangt af van de manier waarop de EC de integratie vormgeeft. Vooralsnog is er veel onzekerheid: de technologieën zijn kostbaar en nog onvoldoende opgeschaald.

Onzekerheden

Hans Grünfeld, algemeen directeur VEMW: “Nederland is koploper op dit thema, en het is positief dat er in de Miljoenennota 2026 middelen zijn gereserveerd om  koolstofverwijdering te stimuleren. Tegelijkertijd mogen er voor de industrie geen extra verplichtingen worden ingevoerd zonder oog voor een gelijk speelveld en de strategische onafhankelijkheid van onze economie. Het EU ETS reductiepad moet realistisch zijn en aansluiten bij technologische vooruitgang. Deze ontwikkeling loopt mogelijk niet in de pas met de 90%-doelstelling voor 2040. Dat de stemming in het Europees Parlement over dit doel voorlopig is uitgesteld, laat zien dat onze inspanningen, om aandacht te vragen voor de tijdspanne die nodig is om de industrie te verduurzamen in een complexe geopolitieke context, vooralsnog effect hebben.”

De Shared non-paper on analysing removals in the ETS is te vinden in onze Kennisbank.