Brabant Water experimenteert met brak en zout water als extra bron voor drinkwater
Om het groeiende drinkwatertekort in Noord-Brabant het hoofd te bieden, zoekt Brabant Water naar alternatieve bronnen. In Drongelen draait inmiddels een proeffabriek die brak grondwater zuivert tot drinkwater. De techniek biedt perspectief, maar heeft ook een fors prijskaartje.
Door klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische ontwikkeling neemt de druk op de drinkwatervoorziening in Nederland toe. In regio’s als Brabant, waar het beschikbare zoete grondwater al op de rand van de vergunningen wordt benut, dreigen leveringsproblemen. In delen van de provincie geldt inmiddels ‘code rood’. Nieuwe industriële grootverbruikers worden niet meer aangesloten, en in uiterste gevallen dreigt zelfs tijdelijke afsluiting.
Brak en zout water als nieuwe bron
Om in de toekomst voldoende drinkwater te kunnen blijven leveren, onderzoekt Brabant Water de mogelijkheden om brak en zelfs zout water te zuiveren tot kraanwater. In Drongelen wordt sinds kort brak grondwater opgepompt van meer dan 200 meter diepte. Via een proces van omgekeerde osmose wordt dit water gefilterd. Wat resteert is extreem schoon water, waaraan zelfs weer mineralen moeten worden toegevoegd om het geschikt te maken voor consumptie.
Later dit jaar start een tweede pilot in Tholen, waarbij zout water uit de Oosterschelde wordt ingezet. Als de pilots succesvol verlopen, moeten beide technieken vanaf 2030 en 2032 grootschaliger worden toegepast.
Hoge kosten, grote impact
De technologie is niet nieuw – landen als Australië en de VAE passen het al jaren toe – maar in Nederland ontbrak de noodzaak, zolang zoet water ruimschoots beschikbaar was. Inmiddels is investeren in alternatieven onvermijdelijk geworden. Dat betekent ook dat de kosten van drinkwater voor gebruikers zullen stijgen. Alleen al de proeffabriek in Drongelen kostte tussen de €5 en €10 miljoen; een toekomstige grootschalige productielocatie zou tot wel €250 miljoen kunnen kosten.
Daar komt bij dat de energievraag van dit type zuivering hoog is. Het realiseren van voldoende netcapaciteit vormt daarom een bijkomende uitdaging.
Vooruitblik
Brabant Water-directeur Rob van Dongen verwacht dat de nieuwe technieken de provincie voor zeker 50 tot 100 jaar van voldoende drinkwater kunnen voorzien. Maar hij benadrukt ook dat deze ontwikkeling gepaard zal gaan met fundamentele keuzes over investeringen, energie en tariefontwikkeling.
VEMW volgt deze ontwikkelingen nauwgezet en pleit voor tijdige betrokkenheid van watergebruikers bij regionale waterstrategieën.
Directeur Water, Roy Tummers:
"De inspanningen van Brabant Water onderstrepen hoe urgent het watertekort is geworden, juist in gebieden waar de ruimte voor grondwateronttrekking tegen grenzen aanloopt. De Kaderrichtlijn Water verplicht ons om de ecologische kwaliteit van ons water op orde te brengen en overmatig gebruik te voorkomen. Dat betekent dat we scherper moeten kijken naar hoe we onze beperkte watervoorraden verdelen tussen natuur, landbouw, industrie en huishoudens. Alternatieve bronnen zoals brak en zout water kunnen daarbij helpen, maar vragen ook om zorgvuldige keuzes op basis van kosten, energie en inpassing in het bestaande watersysteem."