Maatwerkafspraken vereisen een goed investeringsklimaat
Zonder de juist randvoorwaarden komt de uitvoering niet van de grond
Door hoge energiekosten, onzekerheden rond vergunningverlening en een gebrek aan infrastructuur zijn meerdere verduurzamingstrajecten in de industrie stilgevallen. Dit belemmert de voortgang van de maatwerkafspraken tussen bedrijven en de overheid, die gericht zijn op aanvullende CO₂-reductie.
Proces
Maatwerkafspraken zijn bindende overeenkomsten tussen de overheid en individuele bedrijven, bedoeld om extra CO₂-emissiereducties te realiseren bovenop bestaande verplichtingen. Om tot een maatwerkafspraak te komen, worden twee voorbereidende stappen doorlopen. Eerst stelt een bedrijf een zogenoemd ambitiedocument op, de Expression of Principles (EoP), waarin het zijn verduurzamingsdoelen uiteenzet. Vervolgens wordt deze ambitie uitgewerkt in een concept-intentieovereenkomst: de Joint Letter of Intent (JLoI). Hierin worden onder andere de businesscase en risico’s geanalyseerd. Tot slot wordt de JLoI beoordeeld en, indien nodig, aangepast om te komen tot een definitieve, juridisch bindende maatwerkafspraak.
Beperkte voortgang
Aanvankelijk richtte de overheid zich op het sluiten van maatwerkafspraken met de twintig grootste industriële uitstoters. Later werd de doelgroep uitgebreid naar dertig grote uitstoters en enkele andere ambitieuze bedrijven uit cluster 6. Tot nu toe hebben dertien bedrijven een EoP ondertekend, en één bedrijf heeft een JLoI afgerond. Slechts één maatwerkafspraak is daadwerkelijk gesloten. Zes andere bedrijven zijn nog bezig met het opstellen van een JLoI.
Onzekerheid
De voornaamste reden voor deze beperkte voortgang is het ongunstige investeringsklimaat in Nederland. Bedrijven geven aan dat hoge energiekosten, onder andere door stijgende netwerktarieven en een beperkte toepassing van de indirecte kostencompensatie, de haalbaarheid van investeringen onder druk zetten. Ook zijn er structurele knelpunten op het gebied van infrastructuur en is het vergunningsproces traag en onzeker. Samen maken deze factoren het moeilijk om een rendabele businesscase op te stellen, wat nodig is voor het sluiten van een bindende maatwerkafspraak.
Actie
Hans Grünfeld, algemeen directeur van VEMW: “Het is een gemiste kans voor Nederland dat bedrijven die bereid zijn om verder te investeren in verduurzaming in ons land, hun plannen uitstellen of verplaatsen naar landen met gunstiger voorwaarden. Dit is de voornaamste oorzaak voor het beperkte resultaat van de maatwerkaanpak. Overheid en bedrijven willen wel, maar het lukt niet zolang de noodzakelijke randvoorwaarden voor investeringsbesluiten ontbreken. Dat helpt het klimaat niet én maakt de Nederlandse economie kwetsbaarder. Het valt te prijzen dat het kabinet oog heeft voor de noodzaak om de randvoorwaarden voor verduurzaming verder op orde te brengen. De eerste stappen die aangekondigd zijn in de voorjaarsbesluitvorming moeten nu onverkort en met grote spoed tot concrete maatregelen leiden. Maatregelen die erop gericht zijn om de energiekosten te verlagen en het gelijke speelveld binnen de EU te herstellen.”
De brief is hier te vinden.