Vandaag heeft landelijk netbeheerder TenneT bekend gemaakt dat er 9,1 GW aan restcapaciteit op het landelijk elektriciteitsnet beschikbaar is voor de inzet van tijdsduurgebonden transportrechten (TDTR). Deze contractvorm, beschikbaar vanaf 1 oktober, is geschikt voor aangeslotenen die flexibel kunnen afnemen. In de praktijk is een aanzienlijk deel van de capaciteit echter al vergeven via pilots en wat overblijft is helaas niet genoeg om aan de reeds bestaande vraag naar TDTR te voldoen. Het is positief dat TenneT eindelijk inzicht geeft in de restcapaciteit op hun net, maar de vraag blijft of deze capaciteit (deels) niet al in combinatie met congestiemanagement had kunnen worden ingezet.
Tijdsduurgebonden transportrecht
Het tijdsduurgebonden transportrecht (TDTR) is een alternatief transportrecht dat de aangeslotene 85% van de uren in het jaar recht geeft op de gecontracteerde transportcapaciteit. 15% van de uren in het jaar heeft de netbeheerder de mogelijkheid om het transport te weigeren. Dit dient uiterlijk de dag ervoor aan de aangeslotene kenbaar gemaakt te worden. Partijen die gebruik willen maken van het TDTR dienen dus een flinke mate van flexibiliteit te hebben om 15% van het jaar beperkt te kunnen worden op afroep van de netbeheerder. Voor het overgrote deel van de aangeslotenen is het risico op 15% beperking in een jaar te groot en onwerkbaar. VEMW heeft ten tijde van het ontwerp van de TDTR meermaals benadrukt dat een TDTR met 95% zekerheid en 5% mogelijke beperking tot veel bredere draagkracht onder productiebedrijven zou leiden.
Een manier om het risico te verminderen is door het stapelen van verschillende contractvormen. Zo kan een aangeslotene bijvoorbeeld het grootste deel van het totale gecontracteerde transportvermogen in een normaal, vast transportrecht vatten en een kleiner deel in een TDTR. Een bijkomend voordeel voor de aangeslotene is dat een TDTR een korting op de nettarieven biedt.
Beschikbare restcapaciteit
Tennet geeft aan dat er 9,1 GW aan restcapaciteit beschikbaar is voor het contracteren van TDTR. Restcapaciteit betekent de capaciteit die onder de maximale, daadwerkelijke netbelasting blijft. Met andere woorden de ruimte naast de pieken (vlak A) in het schematische overzicht hiernaast. Van de 9,1 GW is echter een deel al vergeven. 2,3 GW is al toegekend aan, voornamelijk, uitbaters van elektriciteitsopslag. Deze opslagpartijen kunnen immers gemakkelijker 15% van het jaar flexibel opereren dan een gemiddeld productiebedrijf. Daarnaast blijkt dat de overige 6,8 GW bij lange na niet voldoende is om aan de vraag naar TDTR te voldoen door de gigantische hoeveelheid aanvragen van batterijuitbaters.
Een vraag die blijft is of de bestaande restcapaciteit niet reeds in gebruik zou moeten zijn. Netbeheerders hebben de wettelijke taak eenieder die een aanvraag voor transportcapaciteit doet dit transport ook te bieden. Ook in congestiegebieden kunnen netbeheerders hier nog steeds aan voldoen door het normale, vaste transportvermogen in combinatie met een capaciteitsbeperkend contract (CBC) aan te bieden. Een CBC geeft de netbeheerder immers de mogelijkheid de aangeslotene, onder voorwaarden, af te laten schakelen in het geval van (dreigende) netcongestie. Helaas heeft een terughoudende implementatie van congestiemanagement ervoor gezorgd dat veel partijen in de wachtrij blijven staan.
De vlag kan nog niet uit
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Het is positief dat TenneT inzicht biedt in de restcapaciteit op hun netten en dat zij op schema ligt voor de implementatie van het TDTR. Daar is wat VEMW betreft ook alles mee gezegd. Het verkrijgen van inzicht in restcapaciteit heeft veel te lang geduurd en had al bij de congestieonderzoeken gerealiseerd moeten zijn. Dit inzicht had kunnen helpen in het voortvarend implementeren van congestiemanagement en veel partijen op de wachtrij hadden in combinatie met een CBC toch aangesloten kunnen worden. Daarbij komt dat het TDTR in de huidige vorm voor veel partijen niet voldoende is om een businesscase sluitend te krijgen. 15% beperking betekent immers een risico op 15% productieverlies in het jaar. De vlag kan, wat ons betreft, dus nog niet uit. Het broodnodige handelingsperspectief voor bedrijven die snakken naar transportcapaciteit is hiermee verre van vervuld.”