Toezichthouder ACM heeft een ontwerpbesluit opgesteld voor het continueren van de Inter-Transmission System Operator-compensatie (ITC) voor de beheerder van de BBL-pijpleiding naar het VK (Balgzand-Bacton). Dat blijkt uit een ontwerpbesluit van ACM m.b.t. een ambtshalve codewijziging van de 'Transportcode gas LNB'. Het ontwerp volgt op een overeenkomst die ACM oktober 2023 met marktpartijen waaronder VEMW heeft gesloten over de implementatie van de Europese Netcode Tarieven voor gas (NC-TAR) in de Nederlandse regelgeving voor de volgende 5 jaar, ingaande 2025.
Kruissubsidiëring
Doel van het ontwerpbesluit is om de ACM de mogelijkheid te geven om een ITC op te leggen in situaties waar het administratief laten vervallen van een interconnectiepunt - zoals in 2018 is gebeurd met het GTS exitpunt Julianadorp - kruissubsidies kan veroorzaken. Van kruissubsidie is sprake als sommige gebruikers te veel betalen voor hun transport om het transport voor andere gebruikers goedkoper te maken. De ACM heeft voor Julianadorp een situatie van kruissubsidiëring geconstateerd. Op dit punt ligt de Bacton-Balgzand Leiding (BBL), die het Nederlandse en het Britse aardgasnetwerk verbindt. De beheerder van het Nederlandse landelijke gastransportnetwerk (GTS) ontvangt door het sinds 2018 vervallen van interconnectiepunt Julianadorp geen inkomsten meer voor het transport op dit punt. Hierdoor worden de kosten (transportkosten, balanceringskosten, kwaliteitsconversiekosten, etcetera) die eerder aan de netgebruikers van het interconnectiepunt Julianadorp werden toegerekend, nu verdeeld over de overige entry- en exitpunten in Nederland.
GTS maakt echter nog steeds kosten om het transport van en naar de BBL-pijpleiding te faciliteren. De gebruikers van de BBL-pijpleiding profiteren dus van diensten van GTS, maar ze betalen hier niet aan mee. Andere netgebruikers op andere entry- en exitpunten betalen daardoor een hoger tarief om diensten voor de gebruikers van BBL te betalen. Reden om de transportcode te wijzigen om een vergoedingsmaatregel - de Inter-TSO-Compensatie - voor het verhelpen van de geschetste situatie in het leven te roepen. Sinds 2018, toen exitpunt Julianadorp verviel 'om het Nederlandse marktgebied te vergroten', was er al een ITC-regeling, waarin is vastgelegd dat beheerder BBLc 25 procent van de omzet van de pijpleiding zou vergoeden aan GTS. Die afspraak verloopt echter dit jaar. Reden dus om via de ambtshalve wijziging van de Transportcode ook vanaf 2025 een compensatiemaatregel te kunnen nemen.
Motivatie
ACM stelt in haar ontwerpbesluit dat een ITC op basis van de gerealiseerde gasstromen de meest objectieve, transparante, kostenreflectieve en non-discriminatoire methode is om de bestaande situatie van ongeoorloofde kruissubsidiëring op een vervallen interconnectiepunt - Julianadorp in onderhavig geval - te verhelpen. VEMW en andere representatieve organisaties hebben die opvatting in 2018 onderschreven bij het sluiten van een overeenkomst van de NC-TAR implementatie. Voor VEMW is die zienswijze sedertdien niet veranderd.
Hoogte
De ACM wil volgens het ontwerpbesluit de hoogte van de ITC vast gaan stellen op basis van wat zij een “fictief interconnectiepunt” noemt. De ACM berekent de ITC op basis van wat gebruikers van BBLc waarschijnlijk betaald zouden hebben als er nog wel een interconnectiepunt zou zijn geweest. Om dit te berekenen gaat de ACM uit van de hoogste gerealiseerde gasstroom in kWh/uur op de BBL voor elke dag in het kalenderjaar. Deze volumes worden vermenigvuldigd met het transmissietarief dat de ACM voor die dag voor transport op het GTS-netwerk heeft vastgesteld. Impliciet gaat de ACM er hierbij dus vanuit dat de netgebruikers voor hun capaciteit elke dag de perfecte hoeveelheid dagproducten gekocht zouden hebben.
Vind in onze Kennisbank het ACM Codebesluit Inter TSO Compensatie voor gas