Afgelopen week vond in de Tweede Kamer het Nota-overleg Water en bodem sturend plaats, waarbij diverse thema’s die belangrijk zijn voor watergebruikers aan de orde kwamen. De Tweede Kamer vroeg bij monde van Caroline van der Plas (BBB) aandacht voor het tekort aan drinkwater en de kans dat daardoor de drinkwaterafhankelijke economie in een deel van het land vastloopt.
Minister Harbers gaf aan dat hij ziet dat het bedrijfsleven in toenemende mate overtuigd is van de waarde van water en de risico’s die aan de orde zijn. Hij wees er ook op dat een ongebreideld vestigingsklimaat zonder ooit rekening te houden met water, tot het verleden behoort. De minister werkt aan een nationaal plan van aanpak drinkwaterbesparing dat eind 2023 gereed moet zijn.
Uitwerking uitvoeringsprogramma
De Tweede Kamer vroeg het kabinet ook een strategie en uitvoeringsprogramma uit te werken voor het tijdig en in voldoende mate aanwijzen van drinkwaterbronnen. Ook het beschermen van deze bronnen en het ruimte bieden aan nieuwe drinkwaterbronnen horen volgens de Kamer thuis in de strategie en het programma. Harmen Krul (CDA), Fahid Minhas (VVD) en Pieter Grinwis (CU) dienden een motie in waarin minister Harbers wordt gevraagd dit op te pakken. Minister Harbers liet deze motie aan het oordeel van de Tweede Kamer. Hij gaf aan dat hij samen met IPO en Vewin werkt aan de leveringszekerheid van drinkwater tot 2030.
Vergunningplicht grondwater
Niet alle grondwateronttrekkingen zijn vergunningplichtig. Verschillende Kamerleden vroegen de minister daarom een vergunningplicht voor alle grondwaterwinningen als structurerende keuze op te nemen in het programma 'Water en bodem sturend'. Nu wordt er gesproken over een meet- en registratieplicht, maar onder andere Eva van Esch (PvdD) vond dit onvoldoende. De minister gaat de vergunningsplicht nu niet als keuze heroverwegen en wil eerst de gebiedsplannen van de provincies afwachten om te bezien of deze voldoende effect opleveren.
Levering drinkwater aan bedrijven
Harmen Krul (CDA) wees op de risico’s voor het ondernemingsklimaat in het geval levering van drinkwater aan bedrijven niet onder de wettelijke leveringsplicht van drinkwaterbedrijven valt. Volgens de heer Krul kan dat ertoe leiden dat provincies hun zorgplicht voor het beschikbaar stellen van bronnen van drinkwater ook smaller gaan uitleggen. De minister antwoordde dat de wettelijke leveringsplicht van drinkwater het huishoudelijke gebruik betreft en dat bedrijven daar niet onder vallen. Voor het bedrijfsleven wordt zo ook de waarde van water als onderdeel van hun investeringsbeslissingen beter zichtbaar, aldus minister Harbers.
VEMW betreurt dat minister Harbers niet duidelijk maakt hoe hij wil omgaan met bedrijven die sterk afhankelijk zijn van drinkwater omdat zij dit water aanwenden voor hoogwaardig gebruik, bijvoorbeeld omdat ze het gebruiken voor menselijke consumptie (zoals in de voedingsmiddelensector) óf omdat het water cruciaal is voor het primaire proces. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de productie van fotopapier, membranen en microchips. Vaak kunnen bedrijven niet zomaar overschakelen op een alternatief.
Bron: Vewin en VEMW