Terug naar nieuws

Ondersteuning CCS-project cruciaal voor Nederland

CCS is doelmatige oplossing voor realiseren klimaatdoelen

Klimaat Beleid en toezicht10 mei 2021Thessa de Ridder

Het ministerie van EZK kent zo’n 2 mrd euro SDE++ subsidie toe aan Shell, ExxonMobil, Air Liquide en Air Products voor de afvang, het transport en de opslag van 2,5 Mton CO2 (CCS) per jaar (vanaf 2024) in een uitgeproduceerd gasveld onder de Noordzee. De subsidie toekenning bevestigt dat CCS een doelmatige oplossing is, die relatief weinig subsidie vereist in euro/ton CO2. VEMW ziet de toekenning van de SDE++ subsidie als een cruciale eerste stap om het Porthos-project - en andere projecten zoals Athos – te gaan realiseren, en daarmee een boost te geven aan de invulling van de klimaatdoelen.

Klimaatdoelen en CCS
In 2019 is met het Klimaatakkoord afgesproken dat de industrie in Nederland 14,3 Mton CO2-reductie in 2030 moet realiseren, bovenop 5,1 Mton bestaand beleid. Dat komt overeen met een industriële emissiereductie van 49 procent in 2030 t.o.v. 1990. Om de industrie voldoende perspectief te bieden om hun reductieopgave op een kosteneffectieve wijze te realiseren, én tegelijkertijd voldoende budget beschikbaar te houden voor andere duurzame technieken, is ‘carbon capture and storage’ (CCS) noodzakelijk. De ondersteuning van CCS is volgens het Klimaatakkoord wel beperkt in tijd (transitiemaatregel) en omvang (7,2 Mton in 2030; 50 procent van de reductie-opgave van de industrie).

In het Rotterdamse Porthos project wordt de infrastructuur aangelegd door het Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en Energiebeheer Nederland (EBN). Het gaat om leidingen waardoor de afgevangen CO2 van de bedrijven waaronder Shell, Exxon, Air Liquide en Air Products naar een leeg gasveld 20 kilometer uit de kust van Hoek van Holland getransporteerd wordt. Naast het Porthos-project in Rotterdam zijn er ook andere CCS-plannen. Zo werkt Tata Steel samen met de Haven Amsterdam, Gasunie en EBN aan eenzelfde soort project, genaamd Athos.

Doelmatig
De energie-intensieve industrie wordt geconfronteerd met toenemende kosten voor de uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO2. Bovenop de handelsprijs voor CO2 (EU-ETS) geldt vanaf 2021 een nationale CO2-heffing. De emissiekosten bedragen op dit moment zo’n 45-50 euro/ton. De kosten om de uitstoot te vermijden zijn - met naar schatting 80 euro/ton - hoger. Door het verschil, de zogenaamde onrendabele top (ORT), te subsidiëren wordt het project realiseerbaar gemaakt. Als de CO2-prijs verder stijgt wordt de ORT kleiner, als ook de subsidie-behoefte.

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “de transitie is een ongekende uitdaging met forse emissiereductie doelstellingen. De beschikbare instrumenten en infrastructuur om die reductie te realiseren is op dit moment nog beperkt. CCS is absoluut noodzakelijk om met de sterk oplopende emissiekosten op een snel realiseerbare, doeltreffende en doelmatige manier te kunnen voldoen aan de klimaatdoelen. Nederland heeft met haar ligging aan de Noordzee en infrastructuur een competitief voordeel om CCS toe te passen, óók als het gaat om het realiseren van zogenaamde negatieve emissies. De SDE++ subsidie toekenning is een cruciale eerste stap. En er moet nog veel meer gebeuren om Porthos financieel tot realisatie te brengen en de vergunningen rond te krijgen. De toekenning laat echter zien dat CCS een relatief goedkope manier is om de doelstellingen dichterbij te brengen. En dat is ook belangrijk voor de ontwikkeling van andere CCS- en CCU-initiatieven.”