Terug naar nieuws

VEMW verkiezingsdebat maakt transitie keuzes duidelijk

Aandacht voor infrastructuur, financiering en rolverdeling essentieel

Klimaat Beleid en toezicht3 maart 2021Thessa de Ridder

Hoe kunnen bedrijven verleid en in staat gesteld worden in Nederland te verduurzamen en hun CO2-footprint te verkleinen? Wat is daarvoor nodig qua infrastructuur en financiering, en is er wel voldoende aandacht voor een goede rolverdeling? Dat waren de kernvragen voor VEMW in het verkiezingsdebat o.l.v. Remco de Boer tussen de kandidaat Tweede Kamerleden Agnes Mulder (CDA), Laura Bromet (GroenLinks), Pieter Grinwis (ChristenUnie) en Mark Harbers (VVD), dat een focus had op de energie- en watervoorziening en het klimaat. In het debat kwamen de genoemde onderwerpen ruimschoots aan bod. De deelnemers slaagden erin er een boeiend en inhoudelijk gesprek van te maken, waarin de overeenkomsten en verschillen duidelijk aan bod kwamen.

Investeringsklimaat
Tijdens het debat kwam het zogenaamde ‘weglek-effect’ een aantal keren terug: het klimaat is er niet mee gediend wanneer bedrijven hun activiteiten verplaatsen naar andere landen en regio’s in de wereld wanneer het vestigingsklimaat in Nederland verslechtert en het speelveld ongelijker wordt. Bedrijven moeten in staat gesteld worden én verleid worden om in Nederland te investeren in een duurzaam water-, energie- en grondstoffengebruik. De aanwezige partijen waren het er wel redelijk over eens dat een goed investeringsklimaat met investeringszekerheid cruciaal is. Zoals Mark Harbers (VVD) het verwoordde: “bedrijven moeten reële opties hebben. Het besef dat er dingen moeten gebeuren is er. We hebben behoefte aan een kloppende puzzel.”

Laura Bromet (GL) vroeg daarbij ook aandacht voor water als vestigingsfactor: “Nederland moet kampioen water vasthouden worden in plaats van water afvoeren.” Pieter Grinwis voegde aan het aspect van waterveiligheid en -beschikbaarheid de waterkwaliteit toe: “Nederland voldoet nog niet goed aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat ziet er niet goed uit. Maar we moeten er ook voor zorg dragen dat de zuiveringskosten niet teveel oplopen.”

Infrastructuur
Een kernpunt in het debat was de beschikbaarheid van voldoende infrastructuur om de transitie te kunnen faciliteren. Er zijn grote investeringen nodig in infrastructuur voor het transport en de opslag van elektriciteit, groen gas, waterstof, warmte, en CO2 (CCS) om het sterk veranderende aanbod en de vraag continu te kunnen koppelen. Agnes Mulder (CDA): “we moeten de kip-ei situatie t.a.v. infrastructuur doorbreken en tenminste no-regret maatregelen nemen. Misschien moeten we 1 op 1 afspraken maken met de 12 grootste uitstoters van broeikasgassen t.a.v. de infrastructuur, met daartegenover langjarige toezeggingen over emissiereductiemaatregelen”. Maar wat als de benodigde infrastructuur niet tijdig beschikbaar is en een bedrijf de emissiereductie daardoor nog niet kan verlagen, maar wel een CO2-heffing voor de kiezen krijgt? Laura Bromet (GL) was daar stellig over: wij zetten in op het borgen dat tijdig voldoende infrastructuur beschikbaar is. Als dat de belemmering is, dan moeten we daaraan werken. De heffing is een generiek systeem, dus een bedrijf moet aan de CO2-reductieverplichtingen voldoen, ook wanneer er geen infrastructuur beschikbaar is om te verduurzamen. Iedereen aan de bak. Niemand kan zeggen: dat lukt mij niet.” Bromet meldde dat ook GroenLinks CCS-infrastructuur voor het transport en de opslag van CO2 nodig acht om de transitie te kunnen realiseren.

Financiering
Een belangrijk onderwerp in veel verkiezingsprogramma’s is of we Europa zijn werk moeten laten doen of dat wij als lidstaat juist nationaal moeten inzetten op maatregelen en middelen zoals het Groeifonds, de SDE++ en de algemene middelen. Pieter Grinwis (CU): “subsidies moeten beschikbaar en belemmeringen weggenomen worden om investeringen aan te kunnen trekken. Wij moeten een tandje bovenop het Klimaatakkoord doen, maar een nationale kop op EU-ETS is onverstandig. We moeten de klimaat-en industriepolitiek in elkaar laten grijpen en de industrie in Nederland een voorsprong laten houden met vergroening van deze prachtige delta.”

Hoe ontwarren we de middelen knoop: hoeveel wortel is er nodig en is er dan nog een stok nodig? Volgens Agnes Mulder (CDA) moeten we goed kijken naar het reductiepad. Harbers (VVD): “bedrijven krijgen meer belastingen en heffingen voor de kiezen, maar ze moeten wel opties hebben om te kunnen verduurzamen. Volledig op het ETS-spoor. Zonder kop op ETS, maar dan moet Europa wel goede aanscherpingen doen zodat je een pan-Europees gelijk speelveld hebt.” Bromet (GL): de CO2-heffing sturen we ook weer terug naar bedrijven om de transitie ook mee te kunnen maken.”

Goede rolverdeling
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: de energietransitie is voor de industrie een belangrijk leerproces met ongekende uitdagingen, mogelijkheden en risico’s. Cruciaal is dat iedereen daarin zijn rol kan spelen: politiek, overheden, netbeheerders, leveranciers, en bedrijfsleven.” Pieter Grinwis (CU) stelde het zo: “wat hebben bedrijven nodig, wat is voor hen draagbaar en haalbaar. Misschien hebben we een Nationaal Transitieprogramma nodig zoals we voor water al een Nationaal Waterprogramma en Deltaprogramma hebben.” Een interessante gedachte waarmee de webinar-deelnemers naar de stembus kunnen gaan en de politici de kabinetsformatie kunnen voeden.

Klik hier voor een terugblik naar het VEMW Verkiezingsdebat, 2 maart 2021