Terug naar nieuws

Energiebalans verschuift van kolen naar aardgas

Toename import aardgas vooral via Gate LNG-terminal

Klimaat Markt12 mei 2020Thessa de Ridder

Het energieverbruik in Nederland was met 3.080 PJ in 2019 ongeveer gelijk aan het verbruik van 2018. Door het klimaatbeleid om de inzet van steenkool voor de elektriciteitsproductie te ontmoedigen is een daling met ruim 22 procent ingezet, van 340 (2018) naar 270 PJ (2019). Die steenkool is deels verdrongen door aardgas met een verbruikstoename tot 1.360 PJ. Door de reductie van de binnenlandse gasproductie (vooral Groningenveld) wordt steeds meer aardgas ingevoerd, vooral per schip (LNG). Dat meldt het CBS op basis van de laatste cijfers van de energiebalans.

Energiebalans
In 2019 was aardgas met 1.360 PJ goed voor 44 procent van het energieverbruik (2018: 41 procent). Aardolie blijft tweede met 1.120 PJ, het aandeel in het totale verbruik nam licht af van 38 naar 36 procent. De bijdrage van steenkool daalt vanaf 2016, en is in 2019 verder afgenomen naar 9 procent van het energieverbruik. De drie fossiele energiedragers waren gezamenlijk, net als in 2018, goed voor ongeveer 90 procent van het totale energieverbruik. De overige energiebronnen zijn hernieuwbare energie, kernenerge, afval en netto invoer van elektriciteit.

Aardgas
Het aandeel aardgas in het Nederlandse energieverbruik is in 2019 toegenomen, nadat dit een aantal jaren nagenoeg gelijk bleef. In 2019 was de prijs van aardgas laag en voor CO2-emissierechten hoog, waardoor de CO2-intensieve kolencentrales veel concurrentie hadden van de gascentrales.

De verbruikstoename en de productie-afname (Groningenveld en Kleine Velden afname met 150 PJ tot 1.010 PJ) doen het handelstekort voor aardgas oplopen tot ruim 340 PJ in 2019 (2018: 190 PJ). De toename van de aardgasimport valt vrijwel geheel toe te schrijven aan een stijgende invoer van aardgas in vloeibare vorm (LNG) met schepen via de Gate-terminal op de Maasvlakte: 280 PJ in 2019 tegen 100 PJ in 2018. Het invoersaldo van aardgas in gasvorm (via pijpleidingen vanuit Rusland en Noorwegen) was de laatste drie jaar ongeveer constant.