Terug naar nieuws

Kabinet presenteert ambitieuze waterstofvisie voor Nederland

Marktordening met invulling rollen netbeheer nog onduidelijk

Gassen Klimaat Beleid en toezicht31 maart 2020Thessa de Ridder

De minister van Economische Zaken heeft de Kabinetvisie waterstof voorgelegd aan de Tweede Kamer. Die visie is onderdeel van een duurzaam energiesysteem dat betrouwbaar, schoon, betaalbaar en veilig is. De visie zal – in lijn met afspraken in het Klimaatakkoord - de basis vormen voor een nationaal waterstofprogramma. De visie straalt volgens VEMW ambitie uit, is realistisch en praktisch, en mist nog duidelijkheid als het gaat om de marktordening.

Systeem ontwikkeling
Voor een duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar, veilig en ruimtelijk inpasbaar energiesysteem zijn moleculen - naast elektronen – onmisbaar. Die moleculen gaan komen uit groen gas en bovenal waterstof. Om de kansen die waterstof biedt te realiseren zijn opschaling, kostenreductie en innovatie volgens de kabinetsvisie cruciale randvoorwaarden. Nederland is na Duitsland nu al de grootste producent van grijze waterstof. Ongeveer 10 procent van het Nederlandse aardgas wordt ingezet voor de productie van waterstof in onder meer de olieraffinage en de chemische industrie. Die bestaande waterstofvraag, die zich concentreert in de vijf grote industriële clusters in Nederland, kan de vraag, het aanbod, de opslag en infrastructuur voor groene waterstof aanjagen. En daar waar waterstof een wereldwijd verhandelde commodity kan worden, biedt het Nederland vanuit haar geografische ligging en infrastructuur (havens, pijpleidingen, opslagfaciliteiten, kennis en expertise) de mogelijkheden een spilfunctie te gaan vervullen in de regio. De beleidsagenda zet dan ook in op een actieve internationale strategie. Waterstof kan ook een systeemrol in een duurzame energievoorziening vervullen door koppeling aan de intermitterende opwekking van hernieuwbare elektriciteit door windturbines op de Noordzee en de mogelijkheden die het biedt om vraag en aanbod, zowel momentaan als per seizoen, te koppelen door opslag in onder meer zoutcavernes. Ook is er een mogelijkheid om productie-installaties te koppelen aan CCS in de kuststreken en kunnen kleinschaliger productielocaties ontstaan.

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “het lijkt het kabinet ernst om de kansen die waterstof biedt voor Nederland te pakken. De kabinetsvisie straalt ambitie uit, is realistisch en ook praktisch, met een goede basis voor het nationaal waterstofprogramma, zoals dat is afgesproken in het Klimaatakkoord. De kansen liggen in de verschillende toepassingen, de industrie voorop met waterstof als grondstof en energiedrager. Maar ook in de mobiliteit en gebouwde omgeving. En kansen in de internationale context met onze geografische ligging, die eigen productie door wind op zee mogelijk maakt, als ook import van waterstof via zeehavens en een logistieke hub tussen onze buurlanden Duitsland en België. Het kabinet stelt terecht dat alle toepassingen nodig zijn, zowel groene als blauwe waterstof. Er moet nog heel veel gedaan worden op het gebied van infrastructuur, kostenreductie, certificering, veiligheid e.d., en het kabinet erkent dat ook, inclusief de noodzakelijkheid van een ondersteuning door de overheid. De waterstofvisie is ook realistisch. Om een waterstofmarkt van de grond te krijgen erkent het kabinet dat ondersteuning vanuit de overheid noodzakelijk is. Huidige instrumenten zoals de SDE++ voorzien onvoldoende hierin. Er is een nieuw -tijdelijk - instrument nodig voor opschaling en kostenreductie van groene waterstof.”

Marktordening
Omdat de introductie van een nieuwe energiedrager complex is en lange tijd in beslag zal nemen moet en wil het kabinet hierin de regie nemen. Het kabinet geeft in haar visie aan dat de waterstofketen zich waarschijnlijk zal ontwikkelen richting een netwerksector zoals elektriciteit en aardgas, waarbij het transportnetwerk een natuurlijk monopolie is. Het bestaande gasnet kan worden ingezet voor het transport van waterstof. Het kabinet geeft aan dat de ordening van de toekomstige waterstofmarkt onderzocht moet worden, als het gaat om onder meer transport, opslag en conversie. Daarbij heeft het oog voor mogelijke tijdelijke rollen voor de netbeheerders zoals Gasunie, om de markt mede op gang te helpen, en een structurele rol als de markt meer volwassen wordt. Belangrijke insteekpunten daarbij zijn de vormgeving van de leveringszekerheid en de maatschappelijke kosten. Het kabinet houdt zowel publieke als private netopties open, en zal bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) tijdelijke taken mogelijk maken op grond van de huidige Gaswet.

Grünfeld vervolgt: “De kabinetsvisie is helaas minder duidelijk over de marktordening die de ontwikkeling van CO2-vrije waterstof mogelijk moet maken. Hoewel het kabinet enerzijds stelt dat het voor de hand ligt dat de marktordening voor waterstof gelijk is aan die van elektriciteit en aardgas, blijven de consequenties daarvan m.b.t. de rol van de netbeheerders en de bescherming van afnemers onvoldoende duidelijk. Wat betreft transport, opslag, bijmengverplichting en conversie zal gekeken worden naar mogelijke tijdelijke rollen om de waterstofmarkt op gang te helpen. VEMW is uiteraard erg benieuwd naar de invulling van die tijdelijke rollen, het nieuwe ondersteuningsinstrument en de invulling van het nationaal waterstofprogramma. Wij worden graag betrokken bij de discussie hierover. Zo kunnen we gezamenlijk er voor zorgen dat de voor de industrie noodzakelijke opschaling van waterstof om te voorzien in een groene grondstof en energiedrager tot stand gebracht wordt.”