Terug naar nieuws

Nederlandse CCUS-projecten in aanmerking voor Europese subsidie

CO2TransPorts en Athos erkend als Project of Common Interest (PCI)

Klimaat Wet- en regelgeving13 februari 2020Karin Burghouwt

De CCUS-projecten ‘CO2TransPorts’ (Rotterdam, Zeeland, Gent en Antwerpen) en ‘Athos’ (Noordzeekanaalgebied) komen met de erkenning van het Europees Parlement als ‘Project of Common Interest’ in aanmerking voor Europese subsidie. Dat is een belangrijke ontwikkeling die een doelmatige realisatie van het Klimaatakkoord in 2030 – 49 procent CO2-reductie t.o.v. 1990 – dichterbij kan brengen.




Klimaatakkoord
Het kabinet heeft afgelopen zomer een politiek besluit genomen over een pakket aan klimaatvoornemens, het Klimaatakkoord. Voor de industrie is een sectordoel vastgesteld van 14,3 Mton CO2-reductie, bovenop de 5,1 Mton bestaand beleid. Dat komt overeen met een industriële emissiereductie van 49 procent in 2030 t.o.v. 1990. Om de industrie voldoende perspectief te bieden om hun reductieopgave op een kosteneffectieve wijze te realiseren, én tegelijkertijd voldoende budget beschikbaar te houden voor andere duurzame technieken, is de ondersteuning van CCS beperkt in tijd (transitiemaatregel) en omvang (7,2 Mton in 2030; 50 procent van de reductie-opgave van de industrie).

Grensoverschrijdende CCS-projecten
In de periode van 27 november 2018 tot 2 maart 2019 zijn 5 projectvoorstellen ingediend bij de Europese Commissie om in aanmerking te kunnen komen voor ondersteuning in het kader van het Europese ‘Projects of Common Interest’ (PCI) instrument ‘Connecting Europe Facility’ (CEF). Dat zijn projecten die moeten bijdragen aan de werking van de energiemarkten door knelpunten in de fysieke grensoverschrijdende infrastructuur weg te nemen. Naast de CCUS-projecten in Nederland en België betreft het projecten in Ierland (Ervia Cork CCUS), Schotland (Acorn CO2 Sapling) en Noorwegen (Northern Lights).

CO2TransPorts / Porthos en Athos
Het CO2TransPorts is een initiatief van de gemeentelijke havenbedrijven in Rotterdam en Antwerpen en North Sea Port (Vlissingen, Terneuzen, Gent). Het moet havens in Zuidwest-Nederland en Vlaanderen via een CO2 transport infrastructuur met elkaar verbinden om in ieder geval 10 Mton CO2 per jaar op te kunnen slaan in uitgeproduceerde gasvelden onder het Nederlandse Continentale plat, via een publiek-privaat partnerschap. Het eerste project is Porthos (‘Port of Rotterdam CO2 Transport Hub & Offshore Storage’), dat de regionale uitstoot in de Rijnmond moet reduceren met 2-5 Mton per jaar vanaf 2023. Porthos is een initiatief van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en Energie Beheer Nederland (EBN). Vanaf 2026 moeten de North Sea Port en Antwerpse havens met Porthos verbonden worden.

Athos richt zich op de afvang, het transport, de opslag en hergebruik (CCUS) van CO2 in de Noordzeekanaalregio. Het is een gezamenlijke project van Gasunie, Energie Beheer Nederland (EBN), het gemeentelijk havenbedrijf van Amsterdam en Tata Steel. Net als CO2TransPorts moet het project ook voor derden toegankelijk zijn. Zo wordt gekeken naar het aansluitpotentieel van Ierse- (Aghada & Whitegate gasturbines en de Irving raffinaderij) en Duitse afvanginstallaties (Roergebied).