Terug naar nieuws

Gasunie en TenneT: systeemintegratie elektriciteit en gas noodzakelijk

Helderheid t.a.v. keuzes en beslismomenten richting 2050 essentieel

Elektriciteit 23 januari 2020Karin Burghouwt

Elektriciteits- en gasnetten moeten nauwer met elkaar worden verbonden. Een integratie van systemen tussen Nederland en Duitsland én de Europese Unie. Dat is volgens de gas- en elektriciteitsnetbeheerders Gasunie en TenneT nodig om de energietransitie te bevorderen en de klimaatdoelstellingen te bereiken. VEMW hoopt dat het rapport meer duidelijkheid biedt m.b.t. de te maken keuzes en beslismomenten tussen nu en 2050.

Infrastructure Outlook 2050
In 2019 hebben de landelijke netbeheerders een Infrastructure Outlook 2050 studie uitgevoerd. In een vervolg daarop zijn Gasunie en TenneT een fase II studie gestart om een beeld te krijgen hoe de transitiepaden naar een geïntegreerd energiesysteem eruit zou kunnen zien. De fase II studie richt zich vooral op Duitsland en Nederland, maar ook op Europa. In de studie zijn drie verschillende scenario's bekeken aan de hand van de bevindingen van verschillende onderzoeken. In alle scenario's wordt ervan uitgegaan dat decarbonisatie grotendeels zal worden bereikt, maar er zijn verschillen wat betreft het type en de hoeveelheid hernieuwbare energiebronnen en het energieverbruik.

TenneT gaat volgens de meest recente inzichten tot 2030 zo’n 12,5 mrd euro in Nederland investeren in haar netten, dus meer dan 1 mrd euro gemiddeld per jaar. De nieuwe studie laat zien dat de elektriciteitsinfrastructuur ook na 2030 aanzienlijk moeten worden uitgebreid. Dit geldt niet in die mate voor de gasinfrastructuur, maar Gasunie heeft plannen om die bestaande infrastructuur voor het transport van aardgas aan te passen voor het transport van blauw en groen waterstof, waarvoor tot 2030 naar verwachting een investering van zo’n 2 mrd euro nodig is.

Systeemintegratie
In de studie wordt het belang benadrukt van een geïntegreerde en tijdige planning van de energie transportinfrastructuur voor elektriciteit, waterstof en methaan om onnodige investeringen en daarmee hoge kosten voor de eindgebruikers te vermijden. Wat er waar zal moeten worden geïnvesteerd en in welke mate hangt niet alleen af van de productiezijde (nieuw te bouwen hernieuwbare energiebronnen), maar vooral de vraagzijde (industrie en ander grootverbruik). Voor de tijdige bouw van een geïntegreerde energie-infrastructuur is het essentieel dat de investeringsbeslissingen aan de vraagzijde zo vroeg en nauw als mogelijk worden afgestemd op de ontwikkeling van de infrastructuur.

Door de netwerken van TenneT en Gasunie te koppelen kan de vereiste flexibiliteit voor het energiesysteem geboden worden en het systeem betrouwbaar en betaalbaar blijven. Power-to-Gas zal een belangrijke rol spelen om de nodige opslagcapaciteit op lange termijn te kunnen bieden. Volgens de studie bedraagt de geschatte capaciteit in Duitsland en Nederland maximaal 110 GW.

Europese integratie
Een ander resultaat van het onderzoek is het belang van een geïntegreerd Europees energiesysteem. Nationale energietransities zijn belangrijk als eerste grote stap op weg naar een uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen. Maar voor een tijdige, betrouwbare en betaalbare energietransitie is een nauwere politieke samenwerking binnen Europa nodig.

Keuzes en beslismomenten
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “inzetten op systeemintegratie tussen elektriciteit en gas, en de daarmee verbonden samenwerking tussen de netbeheerders Gasunie en TenneT, is heel verstandig. Ook al om in de energietransitie met veranderende vraag- en aanbodverhoudingen een betrouwbare en betaalbare voorziening te kunnen realiseren. De vraag is in hoeverre het rapport een antwoord geeft op de vele vragen die er zijn om te komen tot een optimale mix van maatregelen en doelmatige, non-regret investeringen. Vraag is ook welke kansen de systeemintegratie aan Nederland biedt voor een optimale afstemming met onze buurlanden. We hopen dat met het rapport meer duidelijkheid gegeven wordt ten aanzien van de te maken keuzes en beslismomenten tussen nu en 2050.”