Terug naar nieuws

Duidelijkheid verantwoordelijkheid energiebesparing utiliteitsbouw

Ketenafspraken vastgelegd in memo

Klimaat Wet- en regelgeving22 mei 2019Thessa de Ridder

Voor eigenaren en gebruikers van kantoren en winkels is er een praktisch memo opgesteld over wie verantwoordelijk is voor energiebesparing. De memo ‘Verantwoordelijke energiebesparing utiliteitsbouw’ is ook toepasbaar voor andere sectoren in de gebouwde omgeving. Afhankelijk van het energieverbruik en de bedrijfsomvang per vestiging moeten bedrijven en instellingen voor 1 juli resp. 1 december 2019 aan hun informatieverplichtingen m.b.t. energiebesparingsmaatregelen voldoen.

Ketenafspraken
De koepelorganisaties van vastgoedbeleggers IVBN en -managers VGM NL hebben in overleg met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en in afstemming met het Kernteam Europese Energie-efficiëntie Richtlijn (EED), waarbij veel omgevingsdiensten zijn aangesloten, praktische afspraken over verantwoordelijke energiebesparing vastgelegd in een memo. Hoewel dit memo zich primair richt op kantoren en winkels zijn ze breder toepasbaar op andere sectoren in de utiliteitsbouw.

Het bevoegd gezag, veelal een Omgevingsdienst, handhaaft de verplichtingen rond energiebesparing op basis van milieuwetgeving. Volgens de Wet milieubeheer spreekt het bevoegd gezag de ‘drijver van de inrichting’ hierop aan. Er staat geen definitie in de wet die eenduidig aangeeft wie die drijver is. Uit het memo wordt nu duidelijk wie de eerstverantwoordelijke is voor energiebesparing per gebruikssituatie. Bijvoorbeeld bij een kantoorgebouw met meerdere gebruikers en de vele situaties waar de eigenaar van een gebouw een ander is dan de gebruiker, met evenzovele contractvormen en -afspraken. Zo gaat het memo onder andere in op de rolverdeling tussen partijen, de mogelijke samenwerking, en de noodzaak om gegevens en data te delen.

Verplichtingen
In de memo staat welke wettelijke verplichtingen voor energiebesparing gelden op basis van de Europese Energie-Efficiëntie Richtlijn (EED) en de Nederlandse wet- en regelgeving. Bedrijven en instellingen die per vestiging meer dan 50 MWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas(equivalent) per jaar verbruiken moeten energiebesparende maatregelen treffen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Ook hebben ze een informatieplicht. Ze moeten uiterlijk 1 juli 2019 aan hun bevoegd gezag doorgeven welke energiebesparende maatregelen ze hebben genomen.

Voor ondernemingen vanaf 250 fte of met een balanstotaal van meer dan 43 miljoen euro en een jaaromzet van meer dan 50 miljoen euro geldt bovendien op grond van de EED een Energy Auditplicht Zij moeten hun rapportage voor de informatieplicht uiterlijk 5 december 2019 indienen.