Energiebesparing en efficiëntiemaatregelen achter de meter worden door sterk stijgende energie- en klimaatkosten (beprijzing), verplichtingen (normering) en een ernstig gebrek aan infrastructuur (netcongestie en vertraging van uitbreidingen) nóg belangrijker om handelingsperspectief te houden. Dat waren de belangrijkste drivers voor zo’n 350 deelnemers om vorige week donderdag naar Ahoy Rotterdam te komen voor het Nationale Energiebesparing & Efficiëntie Event voor bedrijven (NE2). Georganiseerd door DCMR, Deltalinqs, FME, en NVDE onder het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI).
Doelgroep
Doelgroep voor de deelnemers aan het NE2-event zijn bedrijven voor wie een Energiebesparingsplicht geldt, alsmede aanbieders van kennis en technologie, en beleidsmakers en handhavers. Bedrijven moeten één keer in de 4 jaar rapporteren aan bevoegd gezag (Omgevingsdiensten) via de Informatieplicht energiebesparing en/of via de Onderzoeksplicht energiebesparing. Op zogenaamde ‘Erkende Maatregelenlijsten energiebesparing’ (EML voor gebouwen, faciliteiten en processen) staan energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Maatregelen die in 5 jaar terugverdiend kunnen worden, moeten genomen worden. Dat geldt ook voor maatregelen die niét op de EML staan maar wel in een uitgevoerd onderzoek zijn opgenomen.
Grote sprongen
Uit NE2-event bijdragen van onder meer PVC-producent Shin-Etsu bleek dat een energiebesparingsverplichting op basis van een erkende maatregelenlijst en 5 jaar terugverdientijd een significante bijdrage kan leveren aan besparing en doelmatig energiegebruik (typisch tot 20-30 procent). Voor de echt grote efficiëntiesprongen (typisch 30-50 procent) is een meer procesgerichte aanpak vereist. Met innovatieve technologie voor bijvoorbeeld lage temperatuur drogen, industriële warmtepompen en mechanische damprecompressie. Artificiële intelligentie (AI) kan daarbij helpen, met een geoptimaliseerd meetprogramma en datagedreven expertise ontwikkeling.
Programma
Naast de verplichtingen werkt het ministerie van KGG in samenwerking met VEMW en FME aan een meerjarig programma (2025-2030) om bedrijven te faciliteren bij het identificeren en uitwerken van maatregelen gericht op energiebesparing en efficiëntie in typische industriële processen zoals drogen, verwarmen en verhitten, absorberen en adsorberen, scheiden en transporteren. Gebleken is dat de daadwerkelijke realisatie van energiebesparing van veel meer factoren afhangt dan louter een terugverdientijd en erkende maatregelenlijst. Voorbeelden van die factoren zijn de besluitvormingsprocessen en financiering binnen – internationale - bedrijven, de allocatie van mensen en middelen voor projectrealisatie, de betrouwbaarheid en veiligheid van de oplossing en de effecten op productkwaliteit. Verwacht wordt dat het KGG-programma in de tweede helft van 2025 van start kan gaan.