Terug naar nieuws

Regering moet verantwoordelijkheid nemen voor realisatie Delta corridor naar Duitsland

Bredere Nederlandse kijk op kansen energie infrastructuur nodig

Elektriciteit Gassen Netwerken, Wet- en regelgeving22 februari 2022Thessa de Ridder

Het vorige kabinet heeft 9 projecten van nationaal belang aangewezen om de Nederlandse Energie en Klimaat Infrastructuur onder het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) verder te ontwikkelen. Het project Delta Corridor ‘Connecting Industries’ is, met een beoogde realisatie in 2026 als één van deze projecten opgenomen in de nationale omgevingsvisie (NOVI). VEMW spoort minister Jetten (EZK) aan om verantwoordelijkheid te nemen voor de ruimtelijke inpassing én voor realisatie van CO2- en H2-netwerken die een meer publieke ondersteuning vragen.

De Delta Corridor beoogt ondergronds transport van duurzame energiedragers en (circulaire) grondstoffen tussen Rotterdam, Venlo, Moerdijk, Chemelot en Noordrijn-Westfalen ten behoeve van de industrie. Het gaat om waterstof, CO2, (bio)LPG, en (synthetisch) propeen. Daarnaast wordt gekeken naar ammoniak, andere circulaire grondstoffen en een elektriciteit gelijkstroomverbinding in de corridor. Naast de Delta Corridor zijn ook de verzwaring van de elektriciteitsnetten Rotterdam-Moerdijk, Noordzeekanaalgebied, Noord-Nederland/Delfzijl-Eemshaven, Zeeland/Schelde-Deltaregio en Chemelot aangewezen vanuit nationaal belang, als ook de landelijke waterstofinfrastructuur, Carbon Connect Delta en Porthos.

Proces
Met de kamerbrief reageert het kabinet op een motie van CDA (Bontenbal) en VVD (Erkens), die de regering verzoekt - in samenwerking met provincies en gemeenten - een programma-organisatie in te richten ter voorbereiding op meerdere planfases en mogelijke mitigatiemaatregelen bij de inpassing van een buisleidingencorridor tussen de haven van Rotterdam, Moerdijk, Venlo, Chemelot en Noordrijn-Westfalen Duitsland.

Op dit moment bevindt het Delta Corridor project zich in de verkenningsfase, conform het MIEK-proces. Uitgangspunt is dat de ruimtelijke procedures zorgvuldig worden doorlopen met een twee fasen aanpak (verkennings- en planuitwerkingsfase) in samenwerking met regionale overheden. Hiermee sluit het kabinet aan bij de mogelijkheden die het MIEK proces biedt en tegelijkertijd de projectprocedure zoals deze is opgenomen in de Omgevingswet. Het kabinet onderzoekt het nut en de noodzaak en de maatschappelijke meerwaarde middels een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Hierbij gaat ze uit van de uitrol van de waterstofbackbone die Gasunie uitwerkt. De MKBA moet rond de zomer 2022 gereed zijn. Daarnaast werken de private deelnemers aan dit project aan een businesscase per buisleiding en een overkoepelende businesscase voor het geheel om de synergie van gelijktijdige aanleg te kunnen duiden. Volgens minister Jetten (EZK) ligt het initiatief voor de Delta Corridor bij de private sector. De rol van de Rijksoverheid is het faciliteren van ruimtelijke inpassing en internationale samenwerking. Als de MKBA en de businesscases daar aanleiding toe geven kan het Rijk kijken naar eventuele cofinanciering van een onrendabele top en volloop- of aanlooprisico’s conform de kabinetsreactie op het advies van TIKI. De inschatting is dat private partijen minimaal 12-14 mln euro/jaar moeten opbrengen en de publieke sector 5-7 mln euro/jaar.

Verantwoordelijkheid
Algemeen directeur Hans Grünfeld: “het is positief dat dit kabinet serieus kijkt naar de ondersteuning van het grensoverschrijdende Delta Corridor project. Dat is niet alleen van belang voor de doeltreffendheid en doelmatigheid van de energietransitie in de regio’s rond de corridor, waaronder het Chemelot-cluster, maar voor geheel Nederland. Zoals de TIKI-adviescommissie heeft aangegeven leidt een grensoverschrijdende infrastructuur sneller tot een haalbaar project omdat er meer partijen zijn die de forse kosten samen opbrengen. Daarbij willen wij, in lijn met dat advies de minister aansporen om niet alleen regie te voeren op, maar ook verantwoordelijkheid te nemen voor de ruimtelijke inpassing, én voor de realisatie van buisleidingen waarvoor een private business case minder evident zal blijken te zijn, zoals voor CO2- en H2-netwerken.”

VEMW, 22 februari 2022