Terug naar nieuws

Prestaties drinkwaterbedrijven vergeleken

Mogelijk hogere drinkwatertarieven door saneringsopgave leidingnet

22 december 2020Karin Burghouwt

Recentelijk is deze prestatievergelijking uitgevoerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) die zich baseerde op gegevens uit 2019.

Sinds 2012 schrijft de Drinkwaterwet een driejaarlijkse prestatievergelijking van de drinkwaterbedrijven voor. Recentelijk is deze prestatievergelijking uitgevoerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) die zich baseerde op gegevens uit 2019. ILT vergelijkt de gegevens in de rapportage waar mogelijk met de prestaties in 2012 en 2015. Op veel punten scoren de bedrijven gelijk of beter. De ILT geeft geen oordeel over individuele drinkwaterbedrijven. De prestatievergelijking heeft betrekking op de kwaliteit van het drinkwater, de klantenservice, de milieuaspecten van de drinkwatervoorziening en de kostenefficiëntie.

Kwaliteit voldoet bijna altijd
Over het algemeen gebeurt het heel weinig dat drinkwaterbedrijven de kwaliteitseisen niet halen. Het rapport Drinkwaterkwaliteit 2019 laat zien dat het drinkwater bij 99,9% van de metingen aan de gestelde normen voldeed. Ook bleken de drinkwaterbedrijven goed te reageren op incidenten en op verontreinigingen in het oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor de productie van drinkwater.

Tevreden klanten
Uit een klanttevredenheidsonderzoek, uitgevoerd door een marktonderzoeksbureau, bleek dat de drinkwaterbedrijven een gemiddeld cijfer tussen de 7,5 en de 8,2 kregen. Voldoende waterdruk is ook belangrijk voor klanten. De druk in het distributienet ligt bij alle drinkwaterbedrijven ruim boven het minimum van 150 kilopascal. Verschillen tussen de drinkwaterbedrijven komen vaak door verschillen in landschap. In heuvellandschap is meer druk nodig dan in polderlandschap.

Grote verschillen in elektriciteitsgebruik.
De prestatievergelijking geeft onder andere een beeld van het elektriciteitsverbruik en van het gebruik van reststoffen. Uit de prestatievergelijking blijkt dat de verschillen in elektriciteitsverbruik door de drinkwaterbedrijven groot zijn. Dat komt door de verschillende grondstoffen waar drinkwaterbedrijven mee werken (grond- of oppervlaktewater). Ook de afstand die de waterleidingen afleggen naar de gebruikers zijn van invloed. De drinkwaterbedrijven proberen elk jaar honderd procent van de reststoffen uit de drinkwaterzuivering nuttig te gebruiken. In 2019 hebben de bedrijven dit doel zo goed als gehaald, met gemiddeld 99,8%.

Prijzen mogelijk omhoog door investeringsbehoefte
De prijzen die de drinkwaterbedrijven hanteren verschillen van elkaar. Dat ligt net als bij het elektriciteitsgebruik aan de grondstofsoort. Het kost minder om grondwater te gebruiken dan minder schoon oppervlaktewater. Ook investeringen in de aanleg van de infrastructuur kunnen invloed hebben. De bedrijven hebben een inschatting gegeven van het gemiddelde jaarlijkse percentage te saneren leidingnet in de jaren 2020-2030 ten opzichte van de totale netlengte. Daaruit blijkt dat jaarlijks ongeveer 1,25% van het net moet worden vervangen. In de afgelopen 8 jaar is circa 0,5% per jaar vervangen. Als dit beeld zich voortzet, komt een aantal bedrijven de komende decennia te staan voor grote extra investeringen hetgeen mogelijk tot hogere tarieven voor gebruikers leidt. De bedrijven plannen inmiddels wel op basis van verbeterde systemen, waardoor zij onder meer langer vooruit kunnen kijken en betere keuzes kunnen over de noodzaak tot leidingvervanging.

Bron: ILT en VEMW