Terug naar nieuws

Legionellarisico's bij waterzuivering vragen om actie

Effectiviteit van beheersmaatregelen vaak nog onduidelijk

Beleid en toezicht14 juni 2019Karin Burghouwt

Bij zeker 81 waterzuiveringsinstallatie in Nederland is de kans op legionellagroei en –verspreiding (zeer) aannemelijk. Daarbij gaat het in 69 gevallen om industriële waterzuiveringsinstallaties; in de overige (12) gevallen gaat het om rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Dit blijkt uit een literatuurstudie die in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) door RIVM is uitgevoerd. Het instituut heeft in totaal 567 installaties aan een risico-inschatting onderworpen. RIVM beveelt aan om aanvullend onderzoek uit te voeren zodat meer inzicht ontstaat in hoe groei en verspreiding van legionellabacteriën kan worden voorkomen of beheerst.

Legionella-besmettingen in Noord-Brabant
In 2017 werden In Boxtel meerdere mensen besmet met de legionellabacterie die afkomstig bleek te zijn uit een AWZI bij een voedselverwerkend bedrijf. Begin 2018 werd legionella gevonden in een soortgelijke installatie bij een bedrijf in Son. Daar werden in de jaren ervoor minstens acht mensen besmet. De legionellabacterie kan tot veteranenziekte leiden. Die aandoening lijkt op een zware longontsteking en kan dodelijk zijn. De gebeurtenissen in Noord-Brabant waren voor de minister van I&W aanleiding om een onderzoek te gelasten. Dit richtte zich op de vraag bij welke AWZI’s in Nederland de kans op groei en verspreiding van legionellabacteriën vergroot is.

Risicocriteria
RIVM heeft acht wetenschappelijke publicaties gevonden waarin patiënten met een infectie door L. pneumophila gelinkt worden aan een AWZI die direct of indirect de bron is van legionella-infecties bij werknemers en omwonenden. Het instituut heeft verder risicocriteria vastgesteld voor legionellagroei- en verspreiding. Zo blijkt legionella goed te kunnen groeien in biologische waterzuiveringsinstallaties én in nutriëntenrijk afvalwater van industriële bedrijven in vooral de levensmiddelenindustrie, de papierindustrie en de petrochemische industrie. Verder is de temperatuur van het proceswater van belang: installaties die direct of indirect de bron waren voor legionella-infecties hadden een afvalwatertemperatuur tussen 30-38 °C. Tot slot speelt beluchting een rol: door beluchting van het afvalwater is er voldoende zuurstof voor legionellagroei en kunnen er aerosolen worden gevormd waardoor legionella via de lucht verspreid kan worden.

Risico-inschatting
Van 567 AWZI’s is een risico-inschatting gemaakt. Bij 346 AWZI’s is de kans op legionellagroei en -verspreiding “mogelijk”. Bij 140 AWZI is deze kans “niet aannemelijk”. Zoals gezegd is de kans in 81 gevallen (zeer) aannemelijk. Dan resteert nog een groep van 142 AWZI's waarbij geen risico-inschatting kon worden gemaakt aangezien er gegevens ontbraken. Een volledig overzicht van AWZI’s in Nederland kon niet worden gegeven. RIVM vindt het nodig om dit overzicht zo snel mogelijk te creëren en de ontbrekende informatie aan te vullen. Dit is van belang in het kader van bronopsporing en preventie.

Beheersmaatregelen
Bij de helft van de risicovolle afvalwaterzuiveringsinstallaties zijn reeds maatregelen getroffen om te voorkomen dat legionella zich verspreidt. Volgens het RIVM is het nog niet duidelijk of deze maatregelen voldoende werken. Uiteraard is het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een mondmasker een effectieve maatregel om werknemers te beschermen tegen blootstelling. Van andere maatregelen zoals het afdekken van de beluchtingstank met zeil, het gebruik van zuiver zuurstof voor de beluchting en nabehandeling van het effluent met UV-licht, is de effectiviteit nog niet (voldoende) bekend.

Vervolgonderzoek
RIVM vindt dat aanvullend onderzoek nodig is om meer inzicht te krijgen in hoe groei en verspreiding van legionellabacteriën kunnen worden voorkomen of beheerst. Voorts pleit het instituut voor een volledig overzicht van AWZI's in Nederland. De overheid zou volgens RIVM een procedure moeten opstellen die voorschrijft hoe om te gaan met meldingen van legionellabacteriën in een AWZI. Ook moeten richtlijnen worden toegevoegd aan de Arbocatalogus over het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen door werknemers die in of naast een biologische AWZI werken Tot slot zou de overheid volgens RIVM moeten bepalen of landelijke regels of richtlijnen voor AWZI’s noodzakelijk zijn om blootstelling aan legionella zo veel mogelijk te voorkomen.

VEMW sluit zich aan bij het pleidooi van RIVM. Het is van groot belang dat snel duidelijk wordt welke beheersmaatregelen effectief zijn en kunnen worden ingezet . Pas dan kunnen gerichte keuzes worden gemaakt. Deze maatregelen moeten bescherming bieden voor zowel medewerkers als voor de omgeving. Dit laat onverlet dat bepaalde maatregelen reeds kunnen worden genomen omdat ze makkelijk zijn door te voeren en zeer waarschijnlijk effectief zijn, zoals het dragen van mondmaskers. Nieuwe wetgeving lijkt niet nodig. Het Activiteitenbesluit bevat namelijk al de specifieke zorgplicht en de mogelijkheid tot het stellen van vergunning- of maatwerkvoorschriften. Daarmee kan ook de handhaving van (toekomstige) maatregelen voor legionellapreventie bij AWZI’s worden geborgd. De huidige regelgeving bevat met andere woorden goede instrumenten voor het reguleren van legionellarisico’s.