Terug naar nieuws

Porthos zet volgende stap in CCS-project Rotterdam

Bedrijven opgeroepen om hun interesse kenbaar te maken

Klimaat Netwerken20 februari 2019Thessa de Ridder

Het Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en Energie Beheer Nederland (EBN) zetten een volgende stap in het voorbereiden van het ‘Porthos’ project, een Carbon Carpture Usage and Storage (CCUS) project in de Rijnmond. ‘Porthos’ staat voor Port of Rotterdam CO₂ Transport Hub & Offshore Storage. Het project is een publiek-private samenwerking en moet afgevangen CO₂ uit de industrie gaan transporteren naar – en opslaan in – uitgeproduceerde gasvelden diep onder de Noordzeebodem. De initiatiefnemers roepen bedrijven op hun interesse voor 1 april 2019 kenbaar te maken.

Toepassing van CCS
Carbon Capture and Storage (CCS) is het afvangen en na transport opslaan van CO₂ die vrijkomt bij het gebruik van fossiele brandstoffen. Het doel van het Porthos project is om in 2030 tot 50 Mton CO2 op te slaan en daarmee de regionale uitstoot in de Rijnmond vergaand te reduceren. Ook andere Europese landen zoals Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk zijn CCS-projecten gestart. In het ontwerp klimaatakkoord is CCS een belangrijke maatregel voor de industrie om haar reductieopgave voor 2030 te realiseren. VEMW heeft in een eerder stadium bijgedragen aan de ontwikkeling van een ‘Routekaart CCS’.

Oproep aan geïnteresseerde bedrijven
De lege aardgasvelden die de initiatiefnemers willen gebruiken bevinden zich op een gunstige afstand van de kust en zijn daarom geschikt voor het opslaan van afgevangen CO₂. Om de CO₂ in de gasvelden te krijgen is de realisatie van een transport infrastructuur noodzakelijk. Porthos voorziet in een open, toegankelijk transport- en opslagsysteem waarop diverse industrieën en bedrijven kunnen aansluiten. De initiatiefnemers willen graag weten welke bedrijven geïnteresseerd zouden zijn om CO₂ aan te leveren en op welk termijn. Daarom zijn zij een Expression of Interest proces gestart. Bedrijven die geïnteresseerd zijn om deel te nemen dienen dit vóór 1 april 2019 kenbaar te maken.